Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Gewestelijke woonbonus – notie 'stand van de bouwwerkzaamheden of verbouwingswerkzaamheden die het de belastingplichtige niet toelaten de woning daadwerkelijk te betrekken'

Datum:

Voorwaarde voor de toekenning van de gewestelijke belastingvermindering voor enige woning (gewestelijke woonbonus) – notie “stand van de bouwwerkzaamheden of verbouwingswerkzaamheden die het de belastingplichtige niet toelaten de woning daadwerkelijk te betrekken”.

Vanaf aanslagjaar 2015 is de notie “eigen woning” o.a. van belang voor de toekenning van de gewestelijke woonbonus.

De eigen woning is in principe de woning die door de belastingplichtige wordt betrokken. Voor de toekenning van de woonbonus geldt de voorwaarde op 31 december van het jaar waarin de lening wordt gesloten.

Als eigen woning wordt o.a. ook aangemerkt de woning die de belastingplichtige niet zelf betrekt omdat de stand van de bouwwerkzaamheden of van de verbouwingswerkzaamheden het de belastingplichtige niet toelaten de woning daadwerkelijk te betrekken op diezelfde datum.

De praktische toepassing van de notie “stand van bouwwerkzaamheden of van de verbouwingswerkzaamheden” heeft tot op heden geen problemen geleverd.

Omwille van de aangekondigde wijziging van het belastingvoordeel kende het aantal hypothecaire leningen die de laatste maanden werden gesloten een beduidende stijging. Velen beslissen nog snel om een lening af te sluiten zodat zij nog in aanmerking kunnen komen voor het oude regime van de woonbonus.

Voor dergelijke, op het einde van het jaar gesloten leningen, rijst nu de vraag hoe de notie “stand van de bouwwerkzaamheden of verbouwingswerkzaamheden” concreet moet worden ingevuld. Het belang daarvan is nu erg groot geworden.

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit (dienst personenbelasting) hanteert voortaan, in overleg met de minister van Financiën, de volgende versoepelde interpretatie:

“De eigen woning kan o.a. de woning zijn die de belastingplichtige niet zelf kan betrekken omwille van de stand van de bouw-, verbouwings- of vernieuwingswerkzaamheden.

De beoordeling van de werkzaamheden is een relatieve feitenkwestie, die, zoals dit in het verleden steeds het geval was, door de administratie gebeurt, rekening houdend met de aard ervan. Deze beoordeling door de administratie gebeurt desgevallend post factum, waarbij in de regel wordt aangenomen dat aan voormelde voorwaarde is voldaan, wanneer op het ogenblik van de controle kan worden vastgesteld dat de werkzaamheden, op basis waarvan de uitzonderingsbepaling van toepassing kan zijn, inderdaad zijn uitgevoerd of in uitvoering zijn.

Wat de vaststelling van de aanvang van de werkzaamheden zelf betreft kan bijvoorbeeld gesteund worden op :
- de datum waarop een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning werd ingediend tot uitvoering van voormelde werkzaamheden ;
- de datum waarop een overeenkomst werd gesloten met een aannemer, bouwfirma, architect… tot uitvoering of begeleiding van de werken ;
- de datum waarop de benodigde bouwmaterialen werden besteld
- … “

Deze toelichting zal ook worden opgenomen in een volgende circulaire inzake woonfiscaliteit waarin onder meer wordt stil gestaan bij de notie “eigen woning”.