Inventaris niet verkochte en vernietigde goederen
Sommige forfaitaire belastingplichtigen kunnen een inventaris van hun niet verkochte en vernietigde goederen opmaken om hun omzet aan te passen aan de coronacrisis:
-
Slagers-spekslagers (F02)
Bakkers, brood- en banketbakkers (F03)
Kleinhandelaars in zuivelproducten en melkventers (F06)wanneer ze gewoonlijk enkel op openbare markten hun koopwaar verkopen en ze geen vaste winkeluitbating hebben. Ze hebben dus geen gemengde activiteit. De bederfbare goederen die ze tijdens deze coronacrisis niet konden verkopen werden bijgevolg vernietigd.
-
Consumptie-ijsbereiders (F09)
Frituurexploitanten (F16)
Foornijveraars (F19))wanneer ze hun goederen tijdens deze crisis niet kunnen blijven verkopen, dus ook niet meer bestemd voor “meeneem”. De bederfbare goederen die ze tijdens deze coronacrisis niet konden verkopen werden bijgevolg vernietigd.
-
Caféhouders (F04-24)
wanneer ze als gevolg van de verplichte sluiting tengevolge van de coronacrisis bederfbare goederen hebben moeten vernietigen.
Tolerantie inzake btw
-
Deze forfaitaire belastingplichtigen kunnen m.b.t. het eerste kwartaal van 2020 een éénmalige inventaris opmaken, per koopwarengroep van de niet verkochte en vernietigde goederen als gevolg van de coronacrisis.
De éénmalige inventaris moet de volgende vermeldingen per koopwarengroep vermelden:
- nummer en datum van de factuur
- de aard van bederfbare goederen
- de hoeveelheid en de inkoopprijs van de niet-verkochte en vernietigde bederfbare goederen
-
Gezien de omstandigheden kan de administratie niet worden ingeschakeld om de vernietiging van de goederen vast te stellen. Het is dus aan de belastingplichtigen om met de nodige voorzichtigheid en oprechtheid te handelen.
-
De bederfbare goederen in voorraad hebben, in principe, een vervroegde taxatie ondergaan. Vermits deze goederen niet konden doorverkocht worden, moeten deze ontheven worden van de forfaitaire belasting. De in die inventaris per koopwarengroep opgenomen waarden kunnen in mindering gebracht worden van de waarden per koopwarengroep waarop de forfaitaire coëfficiënten gewoonlijk toegepast worden voor het eerste kwartaal van 2020.
Deze tolerantie kan niet toegepast worden:
- wanneer ze gewoonlijk reeds een inventaris bijhouden
- wanneer ze de bederfbare goederen toch konden verkopen, vb. omdat ze een gemengde activiteit hebben of omdat ze verkocht werden aan een collega-uitbater
Aanpassingen aan berekening forfait
Voor de volgende forfaitaire belastingplichtigen gelden aanpassingen aan de berekening van het forfait om hun omzet aan te passen aan de coronacrisis:
- Herenkappers, dameskappers, heren- en dameskappers (F05)
Het aantal typediensten waarmee rekening moet gehouden worden op het berekeningsblad VF 2020 (Kader II) dat als basis dient voor de btw-aangifte m.b.t. het eerste kwartaal van 2020 bedraagt:- Heren: 944 in plaats van 1140
- Dames: 442 in plaats van 534
De correctie voor het 2de kwartaal 2020 zal later worden meegedeeld. -
Foornijveraars(F19)
Voor de verrichtingen van vermaak- en spektakelinrichtingen van de forfaitaire btw-belastingplichtige foornijveraars dient op het berekeningsblad VF 2020 dat als basis dient voor de btw-aangifte van het eerste kwartaal van 2020 het minimum per kwartaal van 850 euro (Kader I, A. en Kader III, A.) vervangen te worden door 680 euro.
De correctie voor het 2de kwartaal 2020 zal later worden meegedeeld.
Inzake directe belastingen
De administratie zal met deze mededeling inzake btw rekening houden bij de uitwerking van de forfaitaire grondslagen van aanslag inzake directe belastingen voor de betrokken belastingplichtigen. Onder andere de inventaris van de niet verkochte en vernietigde goederen zal ook inzake directe belastingen van belang zijn.