Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

FAQ PN TS

  • In het kader van PN TS, wat zullen in de toekomst de duur en voorwaarden zijn voor wat vroeger overslag werd genoemd?

    De duur van tijdelijke opslag is 90 dagen en gedurende die periode is wederuitvoer mogelijk. Voorwaarde is dat de plaats waar de containers zich bevinden, in het bezit is van een RTO-vergunning op grond waarvan tijdelijke opslag gedurende 90 dagen is toegestaan. Indien de wederuitvoer binnen 14 dagen plaatsvindt, kan een mededeling van wederuitvoer worden gebruikt. Zo niet, dan moet een EXS- of wederuitvoeraangifte worden gebruikt.

  • In het kader van PN TS, is een vooraf ingediende invoeraangifte nog mogelijk? En is in dit geval tijdelijke opslag verplicht?

    In de toekomst zal er nog steeds de mogelijkheid bestaan een vooraf ingediende invoeraangifte in te dienen via IDMS. In dat geval zal ook een PN ingediend worden via het IDMS-systeem en is in principe geen aangifte voor tijdelijke opslag vereist. Binnen de sub-werkgroepen PN-TS van het Nationaal Forum worden echter concrete afspraken gemaakt tussen de AADA en de economische operatoren

  • In het kader van PN TS, is er een afzonderlijke PN vereist wanneer voor niet-Unie goederen een combined TSD wordt ingediend?

    Bij een combined TSD wordt de PN ingediend samen met de TSD. In dat geval is geen afzonderlijke PN vereist, de melding van de aanbrenging bij de douane gebeurt aan de hand van de aangifte zelf (UCC artikel 145 §8).

  • In het kader van PN TS, komt een TSD overeen met een bill of lading / airway bill of met een vrachtlijst / manifest?

    Met een TSD kan maximaal één master B/L of MAWB worden aangegeven en zal dus meestal niet de volledige vrachtlijst omvatten. Met een TSD worden alle goederen aangegeven die op een bepaalde plaats en op een bepaald tijdstip worden gelost en onder tijdelijke opslag geplaatst. Bij geconsolideerde goederen wordt dus een TSD ingediend per master B/L of MAWB, eventueel aangevuld met de gegevens van de geloste goederen die afkomstig zijn van de onderliggende house B/L of HAWB. Deze gegevens kunnen ook vóór aanzuivering nog aanvullend worden ingediend aan de hand van een deconsolidatiebericht. Bij niet-geconsolideerde goederen bevat de TSD uiteraard geen master-gegevens en kunnen tot 99.999 house B/L of HAWB met één TSD onder tijdelijke opslag worden geplaatst, op voorwaarde dat ze samen gelost worden (zelfde locatie, tijdstip en vervoermiddel).

  • Wanneer zal het testsysteem van PN TS beschikbaar zijn?

    We doen ons best om dit zo snel mogelijk beschikbaar te maken. U kan in de MIG nagaan of u reeds over alle toegangen beschikt. 

  • In het kader van PN TS, waar kan ik de laatste specificaties vinden?

    De laatste specificaties worden altijd op de pagina "PN TS" gepubliceerd.
    Aangezien we volgens de AGILE methode werken, zijn ze in conceptvorm.

  • Wat met de specificiates van transhipments (mini CUSCAR)? Zijn de business processen en specs hiervoor al beschikbaar?

    De mini CUSCARs worden vervangen door de kennisgeving van wederuitvoer. De specificaties zullen binnenkort beschikbaar zijn en gepubliceerd worden op de website van Financiën.

  • PN/TS heeft als optie om bepaalde ENS data te herbruiken. Gaat deze optie enkel beschikbaar zijn vanaf het moment dat ICS2 in productie gaat? Of zal dit ook al mogelijk zijn met bestaande ICS systeem?

    Alleen met de ICS2-toepassing (er is geen koppeling voorzien met ICS). Het spreekt vanzelf dat de functionaliteit beschikbaar zal zijn zodra ICS2 in productie gaat.

  • Is er ergens documentatie beschikbaar die de mapping legt tussen de bestaande CUSREP/CUSCAR elementen (edi) en de PN/TS elementen (xml/xsd)?

    We hebben er geen gemaakt omdat het twee verschillende verklaringen zijn. De vergelijking is niet altijd relevant.

  • Wat is het standpunt van de AAD&A m.b.t. de toepassing van de temporary storage voor “trans-shipments” zoals we die kennen binnen de luchtvracht?

    De REN-toepassing maakt niet uit of het om het lucht- of zeeproces gaat. Als de wederuitvoer binnen 14 dagen gebeurt, kan de REN-applicatie worden gebruikt. Zo niet, dan moet een EXS- of wederuitvoeraangifte worden gebruikt.

  • IETS115/supervisingCustomsOffice/referenceNumber : is dit het douane kantoor dat in de vergunning vermeld staat?

    Dit is het douanekantoor dat verantwoordelijk is voor de controle van de aangifte.

  • IETS115/customsOfficeOfPresentation/referenceNumber : is dit het douane kantoor gelinked aan de terminal waar de goederen gelost worden?

    Dit is het douanekantoor dat verbonden is met de plaats van lossing.

  • IETS115/personPresentingTheGoods/identificationNumber : welke type van identification number kan hier gebruikt worden?

    Het EORI nummer.

  • IETS115/consignmentHeaderMasterLevel/consignmentMasterLevel/receptacle : wat houdt dit element exact in?

    Het element hier betreft het postdomein.

  • IETS115/consignmentHeaderMasterLevel/consignmentMasterLevel/additionalInformation/code : de MIG vermeldt CL701, maar deze codelist wordt verder niet gedetailleerd

    De CL701 werd tijdens de analyse geleegd omdat hij niet erg relevant was. We houden het voor het geval we iets willen toevoegen. Voorlopig kan alleen het tekstveld worden ingevuld.

  • IETS115/consignmentHeaderMasterLevel/locationOfGoods : dit is volgens de xsd een verplicht veld. Wat houdt dit element exact in? De MIG verwijst naar EUCDM 1615000000 waarvan de omschrijving verwijst naar de plaats waar controle kan plaatsvinden. De rederij weet niet of/waar er controle gaat plaatsvincen. Wat moet een carrier hier insturen?

    Met de locatie van de goederen wordt bedoeld de plaats waar de goederen bij de douane kunnen worden aangeboden. Er zijn dus verschillende soorten mogelijke locaties: een aangewezen plaats, een RTO-type magazijn, een goedgekeurde plaats. In geval van overmacht dient u contact op te nemen met de douane. Afhankelijk van het type locatie dat wordt gekozen, moet een identificatiekwalificatie worden gecodeerd. In de meeste gevallen zal dit de UNLOCODE zijn.

  • IETS115/consignmentHeaderMasterLevel/placeOfUnloading/unLoCode : is dit een UNLOCODE? Of kan dit ook een kaai code zijn?

    Afhankelijk van het type locatie dat wordt gekozen, moet een identificatiekwalificatie worden gecodeerd. In de meeste gevallen zal dit de UNLOCODE zijn. Het doknummer is niet een van de geaccepteerde identificatiekwalificaties.

  • Is PN vereist voor goederen met EU-status? Uitgangspunt was dat EU-goederen in ICS2 zouden worden ingeklaard.

    Voor Uniegoederen is een PN (IETS007) vereist (geen TSD). Elke zending zal moeten verwijzen naar minstens 1 vorig document van het type = bewijs. IETS007-berichtspecificaties (BR en CL) zijn hiervoor gewijzigd, ook onderdeel van nieuwe versie van de MIG.

  • Wordt voor EU-goederen de beschikbaarheid van het T2L-document gecontroleerd?

    Niet automatisch, maar referentie is nodig in vorige documentsectie, zo niet zal IETS007 worden afgewezen. De PN zal (na GO LIVE van PoUS) de MRN naar PoUS sturen die de T2L/T2LF in de CR zal controleren en een validatie zal terugsturen naar de PN-systeem.

  • Moeten goederen die met NCTS binnenkomen bij TS worden aangegeven als er geen intentie is om onder TS te plaatsen?

    Nee, totdat NCTS P5 clear-off binnen NCTS blijft, dus geen TSD nodig. Vanaf NCTS P5 is na doorvoer T1 een TSD nodig, maar waarschijnlijk zal het PN-TS systeem de gegevens van de aangifte voor douanevervoer automatisch als TSD registreren, zodat er geen nieuwe indiening nodig is. Dit mechanisme wordt uitgewerkt in de volgende fase van PN-TS.

  • FR MIG bevat bericht voor controles: IETS460 (controle) IETS18 (resultaten van controle: is dit ook voorzien in BE MIG?

    In de nieuwe versie van de BE MIG, is inderdaad IETS460 opgenomen. Er bestaat geen IETS18 bericht en het control result zelf wordt niet gecommuniceerd aan de EO, enkel een TSD status update notification IETS095, wat wel het control result weerspiegelt (bvb. bij conform: status update van 'UNDER CONTROL' naar 'ACCEPTED'). Dat bericht is ook opgenomen in de nieuwe versie van de MIG.

  • Is er in België een transitieperiode voor PN? Zo ja, wat zijn de termijnen?

    In België is tot 30/6/23 een derogatie toegestaan voor PN-luchtvervoer. Vanaf 1/7/23 moeten marktdeelnemers PN's indienen voor goederen die door de lucht worden vervoerd via IETS007 of een gebruikersinterface. Als overgangsmaatregel zal België enkel de elektronische aanbieding van goederen eisen waarvoor een ENS is ingediend binnen het toepassingsgebied van ICS2 release 2, indien nodig met terugwerkende kracht. Andere door de lucht vervoerde goederen, zoals Uniegoederen of niet-Uniegoederen waarvoor geen ENS is vereist (vrijstelling ENS, ICS2 release 2 deployment window toegekend aan de EO, ...) moeten vanaf de go live van het volledige PN-TS-systeem (datum: 29/11/23) elektronisch bij de douane worden aangeboden en overeenkomstig de nieuwe UCC-bepalingen tijdelijk worden opgeslagen, op vrijwillige basis tot het verstrijken van de Belgische derogatie voor TSD-lucht (31/12/2023), op verplichte basis na die datum. Voor maritiem is in België een derogatie toegestaan tot 1/3/24 voor zowel PN als TSD. Tot die datum is het elektronisch aanbieden van goederen niet verplicht. Vanaf 1/3/24 moeten alle goederen elektronisch bij de douane worden aangebracht en verplicht onder tijdelijke opslag worden geplaatst volgens de nieuwe UCC-bepalingen.

  • Wat zijn de gevolgen voor het bedrijfsleven wanneer goederen niet binnen de wettelijke termijnen elektronisch kunnen worden aangeboden? Zal dit het proces verstoren? Zijn er handmatige noodprocedures?

    Als goederen niet elektronisch kunnen worden aangeboden, worden de veiligheids- en beveiligingscontroles en het douanetoezicht bij het lossen van de goederen verstoord, hetgeen tot vertragingen bij de douaneafhandeling kan leiden. Indien hun systemen niet klaar zijn voor systeem-naar-systeem indienen, zal aan die marktdeelnemers een manuele noodprocedure onder de vorm van een gebruikersinterface ter beschikking worden gesteld voor het elektronisch aanbrengen van goederen. Marktdeelnmers dienen te coördineren met hun partners/klanten, aangezien door de beroepsverenigingen die actief zijn in de lucht- en zeevaartsector afspraken zijn gemaakt over de rollen en verantwoordelijkheden. Er worden nog regelmatig coördinatievergaderingen georganiseerd door Air Cargo Belgium (lucht) en Alfaport (maritiem), waaraan alle betrokken actoren kunnen deelnemen.