Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

CITES

 

  • Inleiding

    Wereldwijd worden tal van in het wild levende dieren en planten met uitsterven bedreigd door de internationale handel en dat op grote schaal. Ook de illegale handel en stroperij vormen een bijkomende bedreiging voor deze dier- en plantensoorten.

  • Wetgeving

    Om te vermijden dat bepaalde soorten volledig zouden verdwijnen, is op internationaal niveau de Conventie van Washington gesloten. Deze ‘Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten’, ook CITES (Convention on International Trade of Endangered Species) genaamd, reglementeert de internationale handel in de met uitsterven bedreigde dier-  en plantensoorten.

    Op communautair niveau zorgen de Verordening (EG) nr. 338/97 (externe link) van de Raad en de Verordening (EG) nr. 865/2006 (externe link) van de Commissie voor een uniforme toepassing van de CITES in alle lidstaten.

  • Indeling in bijlagen

    Alle beschermde specimen* (*dier- en plantensoorten, dood of levend, inclusief een deel of afgeleid product ervan), zijn opgenomen in één van de bijlagen A, B, C of D waarbij het niveau van bescherming afhankelijk is van de mate waarin de soort bedreigd is. Kort samengevat kunnen we stellen dat :

    - bijlage A : de met uitsterven bedreigde soorten, de handel is slechts uitzonderlijk toegelaten;

    - bijlage B : soorten die niet onmiddellijk met uitsterven zijn bedreigd maar het toch zouden kunnen worden, de handel is toegestaan maar wordt aan banden gelegd;

    - bijlage C : de soorten waarvan de handel is gereglementeerd in een bepaald land;

    - bijlage D : de soorten waarvan de omvang van invoer in de Gemeenschap wordt opgevolgd.

    Om te achterhalen in welke bijlage een specifiek specimen is opgenomen, kan u de Internetsite van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu raadplegen.

  • Handel met 3e landen in CITES specimen

    Onder ‘handel van in het wild levende dieren en planten’ wordt verstaan : “het binnenbrengen in de Gemeenschap, met inbegrip van de aanvoer vanuit de zee, de uitvoer en de wederuitvoer vanuit de Gemeenschap … van specimen opgenomen in de bijlagen”. De term ‘handel’ omvat naast handel in de commerciële betekenis, ook invoer en (weder)uitvoer voor persoonlijk gebruik.

    Vergunningen of certificaten vereist bij het binnenbrengen, de uitvoer of wederuitvoer, dienen te worden aangevraagd bij het Belgische beheersorgaan:

    Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
    DG Leefmilieu (DG5) – Cel CITES
    Viktor Hortaplein 40 bus 10
    1060 Brussel

    De documenten kunnen online worden aangevraagd via de CITES-databank.

  • Binnenbrengen in België vanuit een derde land

    Een CITES specimen moet via een bevoegd douanekantoor worden binnengebracht in België. De specimen en de vereiste CITES documenten moeten aan de douane op het douanekantoor van binnenkomst worden voorgelegd voor controle.

    De bevoegde douanekantoren in België zijn:

    - voor levende dieren : Zaventem en Oostende (luchthaven);

    - voor andere specimen: Antwerpen, Bierset, Deurne, Gent, Gosselies, Oostende, Zaventem, Zeebrugge, Bpost Brussel (post).

    Welke documenten heeft u nodig?

    1. een uitvoer- of wederuitvoervergunning van het land van herkomst voor specimen van Bijlage A, B, en C - afgeleverd door de CITES–dienst in land van herkomst;
    2. een invoervergunning voor specimen van Bijlage A en B - afgeleverd door het Belgisch beheersorgaan

    of een kennisgeving van invoer voor specimen van Bijlagen C en D - afgeleverd door het Belgisch beheersorgaan.

    De uitvoer of wederuitvoervergunning (afgeleverd door CITES dienst van derde land)  moeten aan de douane op het douanekantoor van binnenkomst worden voorgelegd indien dit vereist is in het vak 24 van de invoervergunning.

    In bepaalde gevallen kunnen andere certificaten gebruikt worden in de plaats van de invoervergunningen zoals certificaat voor persoonlijke eigendom, certificaat voor reizende tentoonstelling, certificaat voor muziekinstrument en certificaat voor monsterverzameling.

    Alle voornoemde vergunningen en certificaten moeten in de douaneaangifte worden aangegeven in vak 44.

  • Uitvoer en wederinvoer vanuit België naar een derde land

    De douane op het douanekantoor waar de uitvoerformaliteiten worden vervuld, voeren de controles uit op de documenten en de specimen. Alle Belgische douanekantoren zijn bevoegd voor het vervullen van de douaneformaliteiten inzake CITES specimen.

    Welke documenten heeft u nodig?

    1. Een uitvoer- of wederuitvoervergunning voor de specimen van Bijlage A, B en C afgeleverd door het Belgisch beheersorgaan.
    2. Voor de specimen van Bijlage D heeft u geen vergunning nodig.

    Deze documenten moeten aan de douane op het douanekantoor van uitvoer worden voorgelegd. De douane stempelt vak 26 van de uitvoer – of wederuitvoervergunning af.

    In bepaalde gevallen kunnen andere certificaten gebruikt worden in de plaats van de uitvoer- en wederuitvoervergunningen zoals certificaat voor persoonlijke eigendom, certificaat voor reizende tentoonstelling, certificaat voor muziekinstrument en certificaat voor monsterverzameling.

  • Doorvoer door de Europese Unie

    Onder de term ‘doorvoer’ wordt verstaan: het vervoeren van specimen tussen twee punten buiten de Europese Gemeenschap via het grondgebied van de Europese Gemeenschap.

    Bij doorvoer door de Gemeenschap moeten de communautaire documenten (invoervergunning, kennisgeving van invoer en certificaten) niet worden voorgelegd aan het douanekantoor van binnenkomst. De uitvoer - en wederuitvoervergunning, afgeleverd door het derde land van uitvoer, moet daarentegen wel worden voorgelegd voor de specimen van Bijlage A en van Bijlage B.

    Voor de doorvoer van specimen van Bijlage C en D moeten geen documenten worden voorgelegd aan douane op douanekantoor van binnenkomst in de Gemeenschap.

  • Sancties

    Overtredingen van de CITES-wetgeving worden bestraft volgens de Wet van 28 juli 1981, met een geldboete en met gevangenisstraffen van 6 maand tot 5 jaar afhankelijk van de ernst van de overtreding.

    Bovendien kunnen de specimen in beslag worden genomen.