Het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende het aanleggen en bijhouden van de kadastrale documentatie bepaalt in hoofdstuk 3 - Art. 22: ‘Een kadastraal planperceel kan zich niet uitstrekken over het grondgebied van meer dan één gemeente’.

Het ministerieel besluit van 18 november 2013 gewijzigd door het ministerieel besluit van 11 mei 2015 bepaalt in art.1: ‘Het plan moet het de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie mogelijk maken de nieuwe percelen te tekenen en de oppervlakte ervan te berekenen’.

Deze artikels vereisen dus dat een lot opgenomen in een aanvraag tot voorafgaande identificatie zich niet uitstrekt over het grondgebied van meer dan één gemeente. De administratieve grenzen hebben daarom een grote impact bij het bepalen van de eigendomsgrenzen en bij de kadastrering ervan. Het tracé van de administratieve grenzen moet aangeduid worden op een afbakeningsplan en kan, indien nodig, dienen als rechtvaardiging voor het vastleggen van één of meerdere segmenten van de grens.

In het kader van haar opdrachten heeft de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie een belangrijke verzameling technische en juridische documenten verzameld over het tracé van de administratieve grenzen. Dankzij een belangrijk werk van inventarisatie, interpretatie en opmetingen op het terrein kon de AAPD een tracé van de administratieve grenzen opstellen voor het hele Belgische grondgebied. Dit tracé is de, op dit moment, best mogelijke weergave van de grenzen volgens de documenten die door onze administratie gekend zijn. Deze documentatie en het tracé van de grenzen zijn erkend als authentieke bron voor de administratieve grenzen op federaal niveau.

Deze gegevens moeten gebruikt worden als basis bij de opzoeking van de eigendomsgrenzen en bij het opstellen van afbakeningsplannen die aan onze administratie voorgelegd worden.

Het is duidelijk dat de nauwkeurigheid die wordt verkregen door een topografische opmeting veel hoger is dan de nauwkeurigheid die wordt verkregen door de interpretatie van vaak oude documenten. Er is dan ook een procedure voorzien om voorafgaand aan de aanvraag tot identificatie een zo nauwkeurig mogelijk (nieuw) tracé vast te leggen.

De gegevens over de administratieve grenzen die door de Administratie Opmetingen en Waarderingen verstrekt worden, zijn een weergave van de laatst gekende situatie op basis van de documenten die in het bezit zijn van de administratie. Deze gegevens worden up-to-date gehouden door gebruik te maken van de nieuwe bewijsstukken die ons worden toegestuurd.

Hoe toegang krijgen tot de gegevens?

De vectoriële gegevens kunnen:

• geraadpleegd worden via de CadGIS Viewer
• gedownload worden onder Opendata-licentie via de website van de FOD Financiën
• gebruikt worden via de view service van de administratieve eenheden, sinds 2015 op het federaal geoportaal

De ‘bron’-documenten zijn eveneens beschikbaar:

• Primitieve plannen bij het rijksarchief (online te bekijken na het creëren van een account, geen download)
• Primitieve plannen op Cartesius (online te bekijken, geen download)

• Originele PV van afpaling bij het rijksarchief (online te bekijken na het creëren van een account, geen download)
• PV en opmetingen langs administratieve grenzen worden geleidelijk aan gescand en gecodeerd in de databank van de afbakeningsplannen (toegankelijk via MyMinfin)

Hoe de gegevens interpreteren?

De Administratie Opmetingen en Waarderingen werkt momenteel aan het verbeteren van de positionering van de administratieve grenzen. Het werk bestaat uit het omzetten van de informatie in de documenten waarover we beschikken, in een set van coördinaten met voldoende nauwkeurigheid. Deze grenzen zijn in de CadGIS-databank verdeeld over verschillende vectorlagen met enerzijds de polygonen (administratieve eenheden) op alle niveaus (gemeente, arrondissement, provincie, gewest en land) die het hele Belgische grondgebied bedekken en anderzijds de lijnen die de grens tussen twee gemeenten voorstellen.

De lijnen (administratieve grenzen) omvatten onder meer de identificator van de betrokken administratieve gemeenten, hun hiërarchische niveau (nationale, gewestelijke, provinciale, arrondissements- of gemeentegrens) alsook de kwaliteit van het tracé, de verwijzing naar het brondocument dat de grens definieert, en de legale en juridische status ervan.

De gedetailleerde technische specificaties van de administratieve grenzen vindt u op Geo.be.

Hoe de gegevens gebruiken?

1. Raadpleeg CadGIS Viewer (meld uzelf aan als landmeter-expert) om de gegevens te visualiseren, de kwaliteit van de data te kennen en de gebruikte bron te bepalen.

   De laag ‘Administratieve grenzen’ bevindt zich in de categorie ‘Administratieve grenzen’.

   

2. Download de vectoriële gegevens en integreer deze in uw project, in uw respectievelijke software.
3. Detecteer de eventuele verschillen tussen de toestand ter plaatse en de toestand voorgesteld in de authentieke bron.
   • Als er geen verschillen zijn: einde. Gebruik de gegevens van de authentieke bron om de grenzen van de loten langs de administratieve grens te verantwoorden.
   • Als er verschillen zijn, ga verder met stap 4.

4. Raadpleeg de ‘bron’-documenten en/of schetsen LAG, via MyMinfin, om een beter inzicht te krijgen in de interpretatie die voor elk segment gemaakt werd.

   

5. Gebruik, voor de segmenten van de administratieve grens waarmee u akkoord gaat, de gegevens van de authentieke bron om de grenzen van de loten langs de administratieve grens te verantwoorden.
6. Neem contact op met de Antenne Opmetingen & Fotogrammetrie Brussel (COF) om een nieuw tracé voor te stellen voor de segmenten van de administratieve grens waarmee u niet akkoord gaat.

De geometrische weergave van de administratieve grenzen in CadGIS bestaat uit de samenvoeging van verschillende segmenten waarvan het tracé (X- en Y-coördinaten) overeenkomt met de situatie van de administratieve grens op een bepaald moment. Soms zijn de coördinaten wettelijk vastgelegd, maar vaak zijn ze het resultaat van een analyse en een interpretatie van juridische documenten en/of terreingegevens of andere relevante informatie. Vooral in niet recent opgemeten zones zullen (carto)grafische coördinaten voorgesteld worden die kunnen wijzigen zodra er nieuwe en meer nauwkeurige informatie beschikbaar is (rekening houdend met de regels die vastgelegd worden in verband met de bijwerking van deze gegevens).

In het geval dat de landmeter-expert een verschil opmerkt tussen zijn opmetingen en de situatie op het kadastraal percelenplan:

• Kan de landmeter-expert ofwel
  • bij twijfel onmiddellijk het COF contacteren (contact opnemen met het COF gebeurt door te e-mailen naar de Antenne Opmetingen & Fotogrammetrie Brussel: meow.antenne.opm.brus@minfin.fed.be of meow.antenne.mes.bxl@minfin.fed.be)
  • zijn opmeting doen en zijn voorstel aan het COF doorgeven, met in voorkomend geval, de ondersteunende bewijsstukken
• Het COF bevestigt de ontvangst en analyseert de gegevens van de landmeter-expert.
• Er wordt informatie uitgewisseld om gezamenlijk de juiste geometrie vast te leggen. Eventueel wordt de opmetingszone uitgebreid.
• Zodra de gegevens als compleet beschouwd worden, doet het COF het volgende:
  • opstellen van een ‘minuutschets’
  • coderen van de minuutschets in de databank van de afbakeningsplannen
  • bijwerken van CadGIS
  • meedelen van het refertenummer van het afbakeningsplan aan de landmeter-expert
• De landmeter-expert:
  • gebruikt de vastgelegde geometrie
  • vermeldt op zijn plan het refertenummer van het document opgenomen in de databank van de afbakeningsplannen om de grenzen van de loten langs de administratieve grens te verantwoorden
  • dient, in voorkomend geval, zijn aanvraag tot voorafgaande identificatie in