Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Landbouwregeling

De bijzondere landbouwregeling is met ingang van 1 januari 2022 gewijzigd.

Bijzondere btw-regeling voor de landbouwondernemers

  • Voor welke belastingplichtigen is de bijzondere landbouwregeling bedoeld?

    De bijzondere landbouwregeling is van toepassing op de belastingplichtige landbouwondernemer die de volgende activiteiten uitoefent:

    • algemene landbouw, groenteteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt, champignonteelt, teelt van zaai- en pootgoed, druiventeelt
    • veeteelt, pluimveeteelt, konijnenteelt, bijenteelt
    • boomkweek
    • bosbouw

    De ondernemer moet de goederen hebben voortgebracht of gekweekt en moet ze leveren:

    • ofwel in de staat waarin ze zijn voortgebracht of geoogst,
    • ofwel na ze onderworpen te hebben aan een primaire verwerking die normaal bij de landbouwbedrijven behoort.

    De landbouwondernemer is niet verplicht om de bijzondere landbouwregeling toe te passen en kan opteren:

    • voor de normale belastingregeling met indiening van maand- of kwartaalaangiften
    • of, eventueel, voor de vrijstellingsregeling.
  • Waaruit bestaat de bijzondere landbouwregeling?

    De landbouwondernemer is vrijgesteld van de meeste verplichtingen die hij in de normale regeling wel zou hebben (met uitzondering van de intracommunautaire verrichtingen):

    • Hij moet geen facturen uitreiken.
    • Hij moet de btw niet aan de overheid doorstorten.
    • Hij moet geen periodieke aangiften invullen.

    Hij mag de btw die door zijn leveranciers in rekening gebracht is niet aftrekken maar hij krijgt die btw terugbetaald in de vorm van forfaitaire compensaties die zijn belastingplichtige klanten verplicht zijn hem te betalen.

    Zijn klanten reiken een aankoopborderel uit. Daarop staat de prijs en het bedrag van de forfaitaire compensatie (2 % van de prijs voor de levering van hout of 6 % van de prijs voor de levering van andere goederen en diensten).

  • Welke verrichtingen worden door de bijzondere landbouwregeling beoogd?

    1. leveringen van goederen die door de landbouwer in zijn hoedanigheid van landbouwondernemer werden voortgebracht of gekweekt of van dieren die hij heeft geteeld:
      • in de staat waarin hij ze heeft voortgebracht, gekweekt of geteeld, of
      • na ze onderworpen te hebben aan een primaire verwerking die normaal bij de landbouwbedrijven behoort
    2. diensten verstrekt ter uitvoering van overeenkomsten van contractteelt of contractmesterij voor goederen of dieren waarvan de levering bedoeld zou zijn in de bepaling onder punt 1 als de landbouwondernemer ze voor eigen rekening zou voortbrengen of telen

    3. andere dan in de bepaling onder punt 2 bedoelde diensten verstrekt als onderlinge landbouwhulp waarbij geen andere machines worden gebruikt dan die machines die maar uitzonderlijk dienen voor werk voor anderen

    4. levering van goederen die in het bedrijf werden gebruikt, met inbegrip van de bedrijfsmiddelen

    5. van een mestbedrijf ontvangen vergoeding voor het uitspreiden van al dan niet vloeibare dierlijke mest op landbouwgronden of voor het ophalen van al dan niet vloeibare dierlijke mest bij een dergelijk bedrijf om het uit te spreiden op landbouwgronden van dat bedrijf of van een andere landbouwer of op eigen landbouwgronden

    6. het door de landbouwer ophalen tegen vergoeding van bedorven of beschadigde land- of tuinbouwproducten om het op landbouwgronden uit te spreiden

    7. tijdelijke overdracht van productiequota

    8. overdracht van emissierechten voor de landbouwonderneming

    9. overdracht van premierechten voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid

    10. het verrichten van diensten die bijdragen tot het voortbrengen van landbouw- of bosbouwproducten met uitzondering van seizoengebonden werk in onroerende staat zoals:

      • het strooien van grind of het ruimen van sneeuw op de wegen voor rekening van een gemeente
      • bebossingswerkzaamheden voor rekening van bosuitbaters of houthandelaren
      • bebouwings- of oogstwerken uitgevoerd voor rekening van andere landbouwers
  • Mag de bijzondere landbouwregeling met een andere regeling worden gecombineerd?

    Als de landbouwer naast zijn hoofdactiviteit in de landbouw een andere activiteit uitoefent die niet onder de bijzondere landbouwregeling kan vallen is het, onder zeer strikte voorwaarden en in zeer specifieke omstandigheden, mogelijk om de landbouwregeling te combineren met de normale of forfaitaire regeling of met de vrijstellingsregeling.

    De landbouwer wordt dan geacht zijn bedrijvigheid uit te oefenen in twee onderscheiden sectoren die elk hun eigen btw-regeling hebben:

    1. een sector voor de landbouwactiviteit die aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen is, en
    2. een andere activiteitensector voor het geheel van de handelingen die van de bijzondere landbouwregeling uitgesloten zijn en die aan een eigen belastingregeling onderworpen is (normale, forfaitaire of vrijstellingsregeling).

    Een landbouwer die voor sommige van deze handelingen de landbouwregeling combineert met de normale regeling mag in geen geval de vrijstellingsregeling toepassen voor andere handelingen, omdat de normale regeling en de vrijstellingsregeling onverenigbaar zijn.
     

    Handelingen waarvoor de landbouwer de landbouwregeling voor zijn hoofdactiviteit als landbouwer onder bepaalde voorwaarden mag combineren met de normale belastingregeling of de forfaitaire regeling

    1. leveringen van door hem in zijn hoedanigheid van landbouwondernemer voortgebrachte of gekweekte producten of geteelde dieren
      • in de staat waarin hij ze heeft voortgebracht, gekweekt of geteeld, of
      • na ze onderworpen te hebben aan een primaire verwerking die normaal bij de landbouwbedrijven behoort die niet onderworpen zijn aan het tarief van 6 %, met uitzondering van ruwe en niet tot verbruik bereide tabak.

    De landbouwregeling blijft evenwel gelden voor de leveringen van die producten of die dieren aan coöperatieve producentenveilingen van landbouwproducten die door de bevoegde overheid erkend zijn.De landbouwregeling blijft evenwel gelden voor de leveringen van die producten of die dieren aan coöperatieve producentenveilingen van landbouwproducten die door de bevoegde overheid erkend zijn.

    1. het verrichten van seizoengebonden werk in onroerende staat zoals:
      • strooien van grind of ruimen van sneeuw op de wegen voor rekening van een gemeente,
      • bebossingswerkzaamheden voor rekening van bosuitbaters of houthandelaren,
      • bebouwings- of oogstwerken uitgevoerd voor rekening van andere landbouwers.
    2. de verkoop van de elektriciteit die via het bedrijf geproduceerd wordt.

    3. de overdracht van groene stroomcertificaten van elektriciteit die via het bedrijf geproduceerd wordt.

    4. de overdracht van thermische energie of warmtekrachtkoppelingscertificaten die via het bedrijf geproduceerd wordt.

    5. de levering van door hem in zijn hoedanigheid van landbouwondernemer voortgebrachte producten of geteelde dieren:

      • die een andere dan primaire verwerking hebben ondergaan, evenals
      • de levering, op bijkomstige wijze, van dezelfde goederen of van goederen die door een andere landbouwondernemer werden voortgebracht.
    6. de verpachting van jachtgebieden.

    7. de verhuur van substantiële of een geheel van meerdere bestanddelen van het landbouwbedrijf wanneer de landbouwer zijn landbouwactiviteit voortzet met andere delen van het bedrijf.

    8. de diensten die bestaan in het opmeten van landbouwpercelen en het nemen van grondstalen.

    9. de diensten op educatieve boerderijen en zorgboerderijen.

    10. de terbeschikkingstelling van gemeubeld logies binnen het bedrijf en, meer algemeen, het hoevetoerisme.

    11. de restaurantdiensten binnen het bedrijf.
       

    Strikt na te leven voorwaarden

    Deze handelingen moeten bijkomstig zijn bij zijn landbouwactiviteit en aan de volgende voorwaarden voldoen:

    1. De handelingen zijn uit hun aard verbonden met de hoofdactiviteit als landbouwondernemer.
    2. De omzet, exclusief btw, van die handelingen bedraagt gedurende het lopende kalenderjaar en bedroeg gedurende het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 30 % van de totale omzet van de landbouwondernemer.
  • Welke handelingen zijn uitgesloten van de landbouwregeling?

    De landbouwondernemer kan niet genieten van de landbouwregeling:

    1. als de activiteit wordt uitgeoefend onder de vorm van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid die niet erkend is als landbouwonderneming bedoeld in artikel 8:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen,

    2. als hij reeds belastingplichtige is wegens de uitoefening van een andere werkzaamheid, behoudens wanneer hij, voor die werkzaamheid, onderworpen is aan de vrijstellingsregeling,

    3. als hij handelingen verricht

      • die niet door de bijzondere landbouwregeling worden beoogd, en
      • die niet opgenomen zijn in de lijst van handelingen waarvoor hij de landbouwregeling mag combineren met de normale belastingregeling of de forfaitaire regeling
    4. als hij handelingen verricht

      • die niet door de bijzondere landbouwregeling worden beoogd, en
      • die opgenomen zijn in de lijst van handelingen waarvoor hij de landbouwregeling mag combineren met de normale belastingregeling of de forfaitaire regeling, maar hij niet voldoet aan de twee strikt na te leven voorwaarden

    Hij is dan onderworpen aan de normale belastingregeling voor al zijn activiteiten (landbouw en andere), tenzij hij voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de vrijstellingsregeling.

    De btw-eenheden (in de zin van artikel 4, § 2, van het Btw-Wetboek) kunnen geen gebruik maken van de landbouwregeling.
     

    Opmerking: werk in onroerende staat

    De tolerantie met betrekking tot het uitvoeren van werk in onroerende staat door een landbouwer die onderworpen is aan de landbouwregeling met indiening van een bijzondere btw-aangifte werd afgeschaft vanaf 01.01.2022.

    De landbouwondernemer kan blijven gebruik maken van de landbouwregeling:

    • als hij seizoengebonden werk in onroerende staat verricht (zie hierboven), en
    • als hij voldoet aan de twee voornoemde voorwaarden waaraan hij absoluut moet voldoen om de landbouwregeling te kunnen combineren met de normale of forfaitaire regeling.

    Hij zal voor het seizoengebonden werk in onroerende staat aan de normale regeling worden onderworpen omdat de vrijstellingsregeling uitgesloten is voor werk in onroerende staat.

    Als hij ander werk in onroerende staat verricht, wordt hij aan de normale regeling onderworpen voor al zijn activiteiten.

  • Welke verplichtingen moet de begunstigde van de bijzondere landbouwregeling naleven?

    • indienen van aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit
    • vóór 31 maart van elk jaar een lijst indienen van zijn btw-belastingplichtige klanten (elektronisch of op papier)
    • een boek voor uitgaande facturen bijhouden als hij facturen uitreikt (de aankoopborderellen moeten niet in het factuurboek worden ingeschreven)
    • een register bijhouden voor de facturen en documenten die vaststellen dat hij de belasting verschuldigd is
    • een bijzondere btw-aangifte indienen, ten laatste de 20ste dag van de maand die volgt op het kalenderkwartaal waarin hij de btw verschuldigd is (handelingen met belastingplichtigen die niet in België zijn gevestigd)
    • zijn intracommunautaire verwervingen van accijnsproducten (andere dan tabaksfabricaten) opnemen in de bijzondere btw-aangifte
    • de verschuldigde btw voldoen binnen de indieningstermijn van die bijzondere btw-aangifte
    • zijn BE-identificatienummer meedelen aan zijn klanten en leveranciers. Voor de intracommunautaire verrichtingen (intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan accijnsproducten), mag hij zijn BE-identificatienummer aan zijn leveranciers slechts meedelen als hij:
      • vooraf aangifte heeft gedaan van het overschrijden van de drempel, of
      • als hij de optie heeft uitgeoefend om zijn intracommunautaire verwervingen aan de belasting te onderwerpen (van zodra hij zijn BE-identificatienummer aan zijn leverancier meedeelt, wordt hij geacht deze optie te hebben uitgeoefend).
    • aangifte doen van het overschrijden van de drempel van 11.200 euro bij de btw-dienst waartoe hij behoort en dat vooraf aan de eerste intracommunautaire verwerving (andere dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsgoederen) waarbij de drempel wordt overschreden. Als hij die drempel niet heeft overschreden maar hij wil opteren voor de belastingheffing van zijn intracommunautaire verwervingen in België, dan moet hij dat meedelen aan de voor hem bevoegde btw-dienst.
    • een maandelijkse INTRASTAT-aangifte indienen (statistische gegevens):
      • als het bedrag van zijn intracommunautaire verwervingen meer dan 1.500.000 euro per jaar bedraagt, of
      • als het bedrag van zijn intracommunautaire leveringen meer dan 1.000.000 euro per jaar bedraagt
    • eventueel een register van niet-overbrengingen bijhouden
    • eventueel een opgave van zijn intracommunautaire handelingen indienen (elektronisch of op papier)
    • een bijzondere aangifte nr. 447 indienen als hij een intracommunautaire levering van een nieuw vervoermiddel verricht