Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Btw-ruling

Pilootproject voor voorafgaandelijke administratieve adviezen (ruling) over btw in een grensoverschrijdende situatie.

Inleiding

Zoals vermeld in het informatiebericht dat de Europese Commissie op 22 mei 2013 heeft gepubliceerd (bijgewerkt op 4 februari 2016) heeft België zich akkoord verklaard om, in het kader van een Europees btw-forum , deel te nemen aan een pilootproject van de Commissie over voorafgaandelijke adviezen (hierna CBR voor Cross Border Rulings) inzake btw in een grensoverschrijdende situatie (tussen verschillende lidstaten).

Belgische belastingplichtigen die commerciële transacties plannen tussen België en minstens één andere deelnemende lidstaat, kunnen een CBR aanvragen voor de geplande handelingen. Naast België nemen de volgende lidstaten deel aan het pilootproject: Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Portugal, Slovenië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Zweden.

Contactpunt

De geïnteresseerde Belgische belastingplichtigen worden uitgenodigd om hun aanvraag voor een CBR in het Engels, Nederlands, Frans of Duits per e-mail in te dienen bij de FOD Financiën op de volgende adressen:

M. Jean-Claude Semucyo 
Attaché
jean-claude.semucyo@minfin.fed.be
CBR@minfin.fed.be

Voorwaarden

De CBR-aanvraag is maar ontvankelijk als de geplande handelingen een complex en grensoverschrijdend karakter hebben (waarbij België en ten minste één andere aan het pilootproject deelnemende lidstaat betrokken zijn).

Daarnaast moeten de CBR -aanvragen en de CBR zelf voldoen aan de voorwaarden die voor voorafgaande administratieve adviezen voorzien zijn in de nationale wetgeving van de lidstaat waar de aanvraag van de CBR wordt ingediend. Voor België gaat het om de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken.

Zo moet de CBR-aanvraag de volgende elementen bevatten (art. 21):

  • de identiteit van de aanvrager en, in voorkomend geval, die van de betrokken partijen en derden
  • de beschrijving van de activiteiten van de aanvrager
  • de volledige beschrijving van de bijzondere situatie of verrichting
  • de verwijzing naar de wettelijke of reglementaire bepalingen waarop de beslissing moet slaan

Er zal geen CBR kunnen worden gegeven wanneer (art. 22):

  • het treffen van een voorafgaande beslissing niet aangewezen is of zonder uitwerking is op grond van de in de aanvraag aangevoerde wettelijke of reglementaire bepalingen
  • de aanvraag betrekking heeft op elke toepassing van een belastingwet betreffende invordering en vervolgingen

We verwijzen ook naar artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 januari 2003, genomen ter uitvoering van artikel 22, paragraaf 2, van de wet van 24 december 2002, volgens welk artikel geen beslissing kan worden genomen over:

  1. de belastingtarieven en de berekening van de belastingen
  2. de bedragen en percentages
  3. de aangifte, het onderzoek en de controle, het gebruik van de bewijsmiddelen, de aanslagprocedure, de rechtsmiddelen, de rechten en voorrechten van de Schatkist, de minimum maatstaf van heffing, de termijnen, de verjaring, het beroepsgeheim, de inwerkingtreding en de aansprakelijkheid en plichten van sommige openbare ambtenaren, andere personen of bepaalde instellingen
  4. de bepalingen waarvoor een specifieke procedure inzake erkenning of beslissing is ingesteld met inbegrip van de collectieve procedures
  5. de bepalingen of gebruiken die overleg met of raadpleging van andere autoriteiten instellen en voor dewelke de Minister van Financiën of de diensten van de fiscale administratie niet bevoegd zijn om zelf of unilateraal een standpunt in te nemen
  6. de bepalingen die sancties, boetes, belastingverhogingen en -vermeerderingen instellen
  7. de forfaitaire grondslagen van aanslag

Antwoord

De belastingplichtige die een CBR-aanvraag indient, stemt ermee in dat de verstrekte informatie zal worden gedeeld met de betrokken belastingautoriteiten van de andere betrokken lidstaat of lidstaten. Overleg tussen de Belgische fiscus en de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten zal enkel plaatsvinden op uitdrukkelijk verzoek van de betrokken belastingplichtige. Dit overleg is geen garantie dat een CBR wordt gegeven die is goedgekeurd door de betrokken lidstaat. Wanneer een CBR wordt gegeven zal die het antwoord bevatten zowel van de Belgische administratie als van de betrokken lidstaten.

Periode

Het pilootproject is gestart op 1 juni 2013 en zou eindigen op 30 september 2022. Het kan echter tijdelijk worden opgeschort of stopgezet naargelang de omstandigheden. Nadat de proefperiode is verstreken, zal dit pilootproject geëvalueerd worden op Europees niveau.