Materieel en outillage omvat alle machines, toestellen en installaties die gebruikt worden voor een nijverheids-, handels- of ambachtsbedrijf.
Wanneer u nieuw materieel en outillage in gebruik neemt of er wijzigingen aan aanbrengt, moet u dat aangeven. Op basis daarvan stellen we het kadastraal inkomen voor uw materieel en outillage vast.
Hoe kan ik de aangifte indienen?
Digitaal indienen via MyMinfin.be
U kunt uw aangifte snel en eenvoudig via MyMinfin.be indienen.
1. Vul het aangifteformulier in en maak een zip-bestand aan.
- Vul het aangifteformulier voor materieel en outillage (XLSX, 41.36 KB) in.
- Maak een pdf van het ingevulde formulier en onderteken die pdf.
- Maak één zip-bestand van het Excel-document, de ondertekende pdf en eventuele bijlagen die u aan het aangifteformulier wilt toevoegen.
2. Meld u aan bij MyMinfin.
Normaal komt u rechtstreeks in de rubriek ‘Een document indienen of antwoorden op een brief’. Is dat niet het geval, klik dan op de onthaalpagina op het tabblad ‘Mijn interacties’ en open de rubriek ‘Een document indienen of antwoorden op een brief’.
3. Selecteer dat u een aangifte van materieel en outillage wilt indienen.
- Kies de optie ‘Ik beschik niet over een dienstcode’ en selecteer het documenttype ‘Aangifte materieel en outillage’.
- Vul de postcode in van de gemeente waarin het perceel ligt waarop het materieel en de outillage gevestigd is.
- Kies of u de aangifte indient in eigen naam of in naam van iemand anders. Dat bepaalt waar het document nadien bewaard en raadpleegbaar blijft: bij de documenten in uw eigen MyMinfin of in die van de andere persoon.
Goed om te weten: als u zich in MyMinfin in naam van uw onderneming aanmeldt, kunt u de aangifte alleen in eigen naam indienen (dat wil zeggen, in naam van die onderneming). - Klik op de knop ‘Volgende’.
- Voeg het zip-bestand met de Excel, de pdf en eventuele bijlagen toe bij ‘Document toevoegen’. Het vak ‘Bijkomende informatie’ laat u leeg.
- Klik op de knop ‘Indienen’ om het formulier op te sturen.
Via het tabblad ‘Mijn documenten’ vindt u (of de persoon voor wie u het document indiende) het aangifteformulier en de verzenddatum terug. U kunt het ingediende aangifteformulier ook altijd downloaden vanuit die lijst van documenten.
Op papier indienen via de post
Kunt u uw aangifte niet online indienen via MyMinfin? U kunt het aangifteformulier ook met de post opsturen. Bewaar in dat geval ook een kopie van uw aangifte bij u.
Stuur het aangifteformulier samen met eventuele bijlagen in een voldoende gefrankeerde envelop naar een van de scanningcentra van de FOD Financiën. U vindt het correspondentieadres in onze kantorengids:
- Klik op ‘Zoeken’.
- Vul de eerste letters in van de gemeente waarin het perceel ligt waarop het materieel en de outillage gevestigd is.
- Selecteer de gemeente in de lijst.
- Klik opnieuw op ‘Zoeken’.
U krijgt dan het correspondentieadres. Gebruik zeker het correcte busnummer. Zo komt uw aangifteformulier bij de juiste dienst terecht.
Hebt u een brief gekregen met de vraag om aangifte te doen? U vindt het correspondentieadres ook rechts bovenaan op de brief.
Welke wijzigingen moet ik aangeven?
U moet elke wijziging aangeven die een invloed op het kadastraal inkomen kan hebben, bijvoorbeeld een ingebruikname, toevoeging, wijziging of definitieve buitengebruikstelling van materieel en outillage.
U moet de aangifte indienen binnen 30 dagen na de ingebruikname of de wijziging.
In veel gevallen krijgt u een brief met de vraag om de aangifte in te dienen. Hebt u geen brief ontvangen? Dan moet u spontaan aangifte doen. Bij niet-aangifte riskeert u een administratieve en zelfs een strafrechtelijke boete.
Als de wijziging tot een nieuw kadastraal inkomen leidt, ontvangt u een betekening, het officiële bericht waarmee we u uw kadastraal inkomen laten weten.
Aangifteformulier invullen
Kolom 1 ‘Volgnummer’
Voeg het materieel en de outillage aan de aangifte toe per gebouw en eventueel per zaal voor elk gebouw.
Vermeld de bestemming van elk gebouw of elke zaal als titel of ondertitel boven het toegevoegde materieel en de outillage van dat gebouw of die zaal.
Voeg indien nodig een plan aan de aangifte toe om de ligging van de installaties te verduidelijken.
Wanneer in eenzelfde gebouw of in eenzelfde zaal, verschillende machines, toestellen of installaties van dezelfde aard en met dezelfde kenmerken voorkomen, die in de loop van hetzelfde jaar aangekocht werden, kunt u een globale inschrijving voor die machines, toestellen of installaties invullen, zolang u ook het juiste aantal ervan aangeeft.
Als u een eigen repertorium van uw materieel en outillage bijhoudt, kunt u eventueel het inschrijvingsnummer van de machine, het toestel of de installatie in uw repertorium ook op de aangifte vermelden bij het volgnummer.
Kolom 2 ‘Aanduiding en beschrijving van het materieel en de outillage’
Vermeld de aard van de machine, het toestel of de installatie en, in voorkomend geval, het merk.
Vermeld:
- de belangrijkste kenmerken van de machine, het toestel of de installatie en, in voorkomend geval, van de aandrijvingsmotoren
- in voorkomend geval, het productie- of stockagevermogen
Kolom 3 ‘Aanschaffings- en beleggingswaarde van het materieel en de outillage: als nieuw’
Vermeld in kolom 3a het jaar van de aanschaffings- of beleggingswaarde.
Vermeld in kolom 3b de aanschaffings- of beleggingswaarde als nieuw.
De aanschaffings- of beleggingswaarde omvat de aankoop- of samenstellingswaarde, met inbegrip van bijbehorende rechten en taksen (maar exclusief btw), en kosten voor vervoer, plaatsing en andere vergelijkbare kosten.
Als u niet per machine, toestel of installatie de aanschaffings- of beleggingswaarde in nieuwe staat kunt aangeven, maar wel de waarde voor een geheel dat op hetzelfde moment geplaatst is, mag u dat doen. In dat geval gaat u als volgt te werk:
- Vermeld de verschillende machines, toestellen en installaties gedetailleerd in kolommen 1 en 2.
- Als alle machines, toestellen en installaties in hetzelfde gebouw of dezelfde zaal staan, moet u ze groeperen. De informatie in kolommen 3 tot 5 vult u dan globaal in.
- Als de machines, toestellen en installaties in verschillende gebouwen of zalen staan, moet u de informatie in kolommen 3 tot 5 globaal invullen tegenover één van die machines, toestellen of installaties, of eventueel tegenover de belangrijkste groep. Voeg indien nodig verwijzingen toe voor de duidelijkheid.
Als u de informatie niet kunt terugvinden over de aanschaffings- of beleggingswaarde in nieuwe staat, de aankoopwaarde bij een tweedehandsaankoop, of de waarde van wijzigingen of herstellingen, moet u een schatting geven. Die schatting moet betrekking hebben op een door u gekozen tijdstip, zonder aftrek voor slijtage en met duidelijke vermelding van het gekozen jaar. Zet in dat geval voor de geschatte waarde de letter ‘C’.
Kolom 4 ‘Aanschaffings- en beleggingswaarde van het materieel en de outillage: ingebracht, overgenomen tweedehands aangekocht of met hergebruikte elementen vervaardigd’
Situatie 1: materieel en outillage dat in uw bezit is gekomen door inbreng in een vennootschap of door transformatie, fusie, opslorping, splitsing of overname van vroeger bestaande ondernemingen of van activiteitstakken van zulke ondernemingen
Vermeld in kolommen 4a en 4b:
- het jaar van de inbreng of van de transformatie, fusie, opslorping, splitsing of overname,
- de aankoopwaarde of de waarde die voorkomt in de akte van inbreng, transformatie, fusie, opslorping, splitsing of overname. Zet voor die waarde de letter ‘A’.
Opgelet, wanneer u de waarde als nieuw en het jaar van de aankoop of van de samenstelling als nieuw kent, vult u de kolommen 3a en 3b in zonder de kolommen 4a en 4b in te vullen.
Situatie 2: tweedehands aangekocht materieel en outillage
Vermeld in kolommen 4a en 4b:
- het jaar van de tweedehandsaankoop,
- de waarde van die aankoop. Zet voor die waarde de letter ‘B’.
Opgelet, wanneer u de waarde als nieuw en het jaar van de aankoop of van de samenstelling als nieuw kent, vult u de kolommen 3a en 3b in zonder de kolommen 4a en 4b in te vullen.
Situatie 3: materieel en outillage door u vervaardigd met hergebruikte elementen
Vermeld in kolommen 4a en 4b:
- het jaar van de vervaardiging,
- de geraamde waarde. Zet voor die waarde de letter ‘C’.
Kolom 5 ‘Aanschaffings- en beleggingswaarde van het materieel en de outillage waaraan wijzigingen of herstellingen werden uitgevoerd’
U moet de wijzigingen voor de volledige waarde in aanmerking nemen. Voor de delen die alleen hersteld werden, gebruikt u de oorspronkelijke uitgave of de latere uitgave, afhankelijk van welke hoger is.
U moet elke nieuwe investering in materieel en outillage in de kolommen 5a (jaar) en 5b (waarde) vermelden, tenzij het gaat om gewoon onderhoud, het in staat van werking brengen of de vervanging van gewone, weinig belangrijke stukken of onderdelen.
Opgelet, vermeld altijd de oorspronkelijke investering in kolommen 1 en 2, en naargelang het geval, in kolommen 3a en 3b of 4a en 4b.
Als de nieuwe investering een volledige vernieuwing of verwijdering van een deel van materieel en outillage betreft, moet u naast kolommen 5a en 5b ook kolommen 5c en 5d invullen:
- kolom 5c: het jaar waarin het vernieuwde of verwijderde deel van het materieel en de outillage geplaatst werd,
- kolom 5d: de waarde van dat deel van het materieel en de outillage op het moment van de plaatsing (indien nodig een geschatte waarde. Zet in dat geval voor die waarde de letter ‘C’).
Als een wijziging alleen bestaat uit de verwijdering van een deel van materieel en outillage, zonder nieuwe investering, vult u de kolommen 5a tot 5d als volgt in:
- kolom 5a: het jaar van verwijdering,
- kolom 5b: een streepje (voor ‘nihil’),
- kolom 5c: het jaar waarin het verwijderde deel geplaatst werd,
- kolom 5d: de waarde van het verwijderde deel op het moment van de plaatsing (indien nodig een geschatte waarde. Zet in dat geval voor die waarde de letter ‘C’).
Voorbeeld
Aan een machine, die in 1994 een waarde van 100.000,00 euro had, zijn achtereenvolgens in 2004, 2006 en 2009 wijzigingen aangebracht.
- 2004: een onderdeel ter waarde van 150.000,00 euro werd toegevoegd zonder dat er iets vernieuwd of verwijderd werd.
- 2006: een wijziging van 200.000,00 euro vond plaats, waarbij een oorspronkelijk onderdeel volledig vernieuwd werd. De geschatte waarde van dat onderdeel in 1994 was 50.000,00 euro.
- 2009: een in 2006 geplaatst onderdeel werd verwijderd. De werkelijke waarde van dat onderdeel in 2006 was 100.000,00 euro.
U vult de kolommen 3a, 3b, 5a, 5b. 5c en 5d dan als volgt in:
3a
3b
5a
5b
5c
5d
1994
100.000,00
2004
150.000,00
--
--
2006
200.000,00
1994
C-50.000,00
2009
--
2006
100.000,00
Wijziging aangeven
Als uw materieel en outillage gewijzigd werd (zoals een toevoeging, vernieuwing of verwijdering), moet u dat ook aangeven.
U vult daarvoor opnieuw het aangifteformulier in. U moet van het materieel en de outillage in dat geval alleen de wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke aangifte aangeven. Verwijs bij de wijzigingen wel naar de onderverdelingen en volgnummers van de oorspronkelijke aangifte.
Volgnummers
Gebruik een nummer dat volgt op het in de oorspronkelijke aangifte laatst gebruikte nummer van de reeks voor het gebouw of de zaal waarin het materieel en de outillage geplaatst werd.
Kolommen 5a tot 5d
U hoeft in kolommen 5a tot 5d de gegevens in de oorspronkelijke aangifte niet te herhalen.
Als de gegevens van de oorspronkelijke aangifte nodig zijn om de bijkomende aangifte goed te begrijpen, kunt u die vermelden in kolom 2, na de aanduiding en de beschrijving van het materieel en de outillage.
Voorbeeld
In de oorspronkelijke aangifte werd een groep van 6 elementen materieel en outillage vermeld onder nummer 28, van het gebouw A, zaal 2, voor een investering van 60.000,00 euro in 1991 (vermeld in kolommen 3a en 3b).
Dat materieel en outillage onderging een wijziging:
- 2 van de in 1991 geplaatste elementen werden verwijderd (er blijven dus 4 elementen van 1991 over).
- 8 nieuwe elementen werden toegevoegd. Die zijn in 2016 in gebruik genomen voor een waarde van 120.000,00 euro.
U vult de kolommen dan als volgt in:
1
2
5a
5b
5c
5d
28
Gebouw, A, zaal 2, groep … (te omschrijven). Stond vermeld op de oorspronkelijke aangifte met 6 elementen geplaatst in 1991 ter waarde van 60.000,00 euro.
2 van die elementen zijn buiten gebruik gesteld en 8 nieuwe elementen zijn toegevoegd.
2016
120.000,00
--
--
2016
--
1991
20.000,00
Belastbaarheid en vrijstellingen
Welk materieel en welke outillage moet ik aangeven?
Op de aangifte geeft u alle materieel en outillage aan dat belastbaar kan zijn in de onroerende voorheffing. De onroerende voorheffing is van toepassing op in België of in het buitenland gelegen materieel en outillage dat onroerend is door incorporatie of door bestemming (artikel 3.47 van het Burgerlijk Wetboek).
Het gaat onder meer om:
- Machines, toestellen en installaties die met metselwerk, gips, kalk of cement aan een erf vastgehecht zijn.
- Machines, toestellen en installaties die niet losgemaakt kunnen worden zonder ze of het deel van het erf waaraan ze vastgehecht zijn, te breken of te beschadigen.
- Machines, toestellen en installaties die in de grond of aan gebouwen vastgehecht zijn met bouten, schroeven of schroefbouten, of die zo ontworpen zijn dat ze op elk moment vastgehecht kunnen worden.
- Machines, toestellen en installaties die geplaatst zijn op speciaal daarvoor aangebrachte fundamenten, vastgehecht in de grond of aan gebouwen, of op speciaal gebetonneerde of gewapende grond om hun gewicht te dragen of om trillingen ervan te weerstaan.
- Machines, toestellen en installaties die niet verplaatst kunnen worden zonder het gebouw waarin ze zich bevinden af te breken of te beschadigen.
- Machines, toestellen en installaties die, vanwege hun gewicht of werking, bedoeld zijn om permanent op hun locatie te blijven.
- Verplaatsbare machines, toestellen en installaties die tijdens hun gebruik ter plaatse blijven, omdat ze normaal alleen dienen voor het erf of gebouw waar ze bij horen.
- Drijfwerktuigen (zoals assen, katrollen, stoelen, buiswerken, maar niet de riemen en kabels) die deel uitmaken van de bovenstaande machines, toestellen en installaties.
Deze lijst is niet beperkend.
Sommige installaties kunnen, afhankelijk van hun kenmerken, ofwel als gebouwen ofwel als materieel en outillage beschouwd worden, of een combinatie daarvan. Bij twijfel of wanneer u de waarde van de installaties niet kunt splitsen in aparte bedragen voor het gebouw en voor het materieel en de outillage, kunt u contact opnemen met support.meow@minfin.fed.be.
Hoe kan ik een vermindering of vrijstelling krijgen van de onroerende voorheffing?
De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting op basis van het geïndexeerde kadastraal inkomen. De gewesten verwerken en innen rechtstreeks de onroerende voorheffing voor de goederen op hun grondgebied.
Voor vragen over verminderingen of vrijstellingen neemt u daarom contact op met het gewest.
Waals Gewest
Voor al uw vragen kunt u terecht bij de SPW Finances (Service public de Wallonie).
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Voor al uw vragen kunt u terecht bij Brussel Fiscaliteit.
Vlaams Gewest
Voor al uw vragen kunt u terecht bij de Vlaamse belastingdienst: vrijstellingen en verminderingen.