Bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen betaald aan niet-inwoners die werken in België
De bezoldigingen die een Belgische werkgever of een Belgische afdeling van een werkgever niet-inwoner (waarvoor die bezoldigingen beroepskosten zijn) betaalt aan een niet-inwoner die in België is tewerkgesteld, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen.
Om de bedrijfsvoorheffing correct te kunnen berekenen, is het belangrijk een onderscheid te maken tussen de volgende 2 categorieën van werknemers:
- Voor de niet-inwoners die bezoldigingen verkrijgen:
- voor in België geleverde arbeidsprestaties
- ingevolge één of meerdere arbeidsovereenkomsten die het volledige kalenderjaar bestrijken
- en voor zover die arbeidsprestaties tenminste 75 % van de wettelijke voorziene arbeidsduur per overeenkomst bedragen
- Voor de niet-inwoners die niet voldoen aan de hiervoor vermelde voorwaarden, moet de bedrijfsvoorheffing worden berekend volgens schaal III. Deze schaal houdt geen rekening met de persoonlijke of gezinstoestand van de betrokkene zodat er bij de berekening van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing geen enkele vermindering voor die toestand wordt toegestaan.
Voorgaande bepalingen zijn ook van toepassing op de bezoldigingen die aan niet-inwoners worden betaald of toegekend als bedrijfsleider.
Bedrijfsvoorheffing op winst en baten (artikel 228, § 3 WIB 92) betaald aan niet-inwoners
Schuldenaars, bewaarders, mandatarissen of tussenpersonen die aan niet-inwoners winst of baten betalen of toekennen die bedoeld zijn in artikel 228, § 3 WIB 92, zijn bedrijfsvoorheffing verschuldigd.
Het tarief van de bedrijfsvoorheffing op de in artikel 228, § 3, WIB 92, bedoelde inkomsten bedraagt 33 %. van de inkomsten (na aftrek van een forfaitair bedrag voor kosten dat gelijk is aan 50 % van het brutobedrag van de inkomsten).
Het bedrag van die voorheffing wordt evenwel beperkt tot het maximumbedrag aan bronheffing waarin het van toepassing zijnde dubbelbelastingverdrag voorziet.
De administratieve regeling zoals uiteengezet in het bericht dat werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 juli 2014, met inbegrip van de minimumdrempel aan inkomsten, is sinds 1 juli 2016 niet meer van toepassing.