Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Belangrijke mededelingen - audiovisuele productie

Belangrijke mededelingen - audiovisuele productie

  • Aanvragen voor Tax Shelter uitsluitend via MyMinfin vanaf 1 januari 2025 (17.07.2024)

    Het portaal Tax Shelter is voortaan volledig operationeel voor al uw aanvragen (audiovisuele producties, podiumkunsten en gaming).

    Vanaf 1 januari 2025 moet u uitsluitend gebruik maken van het portaal Tax Shelter in MyMinfin, overeenkomstig het koninklijk besluit van 6 november 2022.

    Tot en met 24 december 2024 aanvaarden we nog de aanvragen via e-mail of per post. U hoeft de ingediende aanvragen niet opnieuw in te dienen.

  • Reis via Eurostar (27.03.2024)

    De inkomsten van de groep zijn als volgt verdeeld:

    • België: 17%
    • Frankrijk: 18%
    • Verenigd Koninkrijk: 65%

    Vanaf nu zal dus slechts 17% in aanmerking komen als Belgische uitgaven en 35% als Europese Economische Ruimte (EER)-uitgaven.

  • Productievennootschappen - Nieuwe functionaliteiten voor het portaal Tax Shelter in MyMinfin (04.03.2024)

    De ontwikkeling van het portaal Tax Shelter, dat is ontworpen om het u makkelijker te maken om uw dossiers in MyMinfin in te voeren en te beheren, gaat volgens plan door.

    De attesten zijn inmiddels toegankelijk voor investeerders via MyMinfin. Zij worden hiervan op de hoogte gesteld via hun eBox.  

    Productievennootschappen kunnen nu via MyMinfin:

    • een licentie aanvragen als productievennootschap of tussenpersoon
    • wijzigingen aanbrengen in bestaande licenties
    • de ontvangsbevestiging van de aanvraag opvragen
    • het document met het antwoord op de aanvraag ontvangen
    • een project aanmaken (enkel erkende productievennootschappen)
    • een of meerdere tussenpersonen toevoegen aan het project 
    • raamovereenkomsten toevoegen aan een nieuw of bestaand project (enkel erkende tussenpersonen of een productievennootschap verbonden aan dit project)
    • gegevens (gedeeltelijk geanonimiseerd volgens de rol en gegevensbron, zoals overeengekomen) en subgegevens (FrAs, ProjectStatus, ...) over lopende of voltooide projecten bekijken.

    De komende maanden komen er nog meer functionaliteiten bij, vooral op het gebied van gaming.

    Op deze pagina vindt u regelmatig nieuwe informatie over de verdere ontwikkelingen.

  • Modernisering verwerking Tax Shelter proces (24.10.2022)

    We werken momenteel aan een belangrijke modernisering van de verwerking van het Tax Shelterproces.

    In de nabije toekomst zullen jullie het portaal Tax Shelter kunnen gebruiken. Dat is een online omgeving waarin jullie de aanvragen tot erkenning, de raamovereenkomsten en alle stukken van het controledossier digitaal zullen kunnen opladen. Alle communicatie over de dossiers zal via dat platform verlopen en ook de attesten zullen digitaal en rechtstreeks aan de investeerders afgeleverd worden.

    Veel gemakkelijker en sneller dus dan de huidige werkwijze. Het nieuwe portaal biedt jullie vooral een veel grotere transparantie en een beter zicht op de status van de dossiers, en dat in alle veiligheid.

    De ontwikkeling is nu volop bezig en we starten binnenkort met een testfase alvorens het definitieve portaal algemeen uit te rollen. We houden jullie zeker verder op de hoogte en kijken uit naar een nog vlottere samenwerking in de toekomst!

  • Template Tax Shelter (27.01.2021)

  • Gevolgen van het coronavirus voor de Tax Shelter in verband met de RSZ (12.06.2020)

    De in aanmerking komende productievennootschap (Tax Shelter voor audiovisuele werken en Tax Shelter voor podiumwerken) mag geen achterstallen bij de RSZ hebben op het ogenblik van het afsluiten van de raamovereenkomst. De federale regering verleent echter aan bepaalde werkgevers uitstel van betaling tot 15.12.2020 van de bedragen die aan de RSZ zijn verschuldigd. De RSZ levert bijgevolg geen attesten af aan die vennootschappen. 

    Er wordt aanvaard dat de in aanmerking komende productievennootschap die uitstel van betaling van de RSZ bijdragen geniet volgens de bepalingen van het KB 04.05.2020 (*), rechtsgeldig een raamovereenkomst afsluit voor zover de achterstallen bij de RSZ uitsluitend voortvloeien uit de toepassing van die bepaling inzake het uitzonderlijke uitstel van betaling.
     

    (*) Koninklijk besluit nr. 17 van 04.05.2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 3°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) met het oog op het verlenen van uitstel van betaling aan bepaalde werkgevers van de bedragen geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, BS 12.05.2020.

  • Gevolgen van het coronavirus voor Tax Shelter (13.03.2020)

    De uitzonderlijke situatie veroorzaakt door het coronavirus en de als gevolg daarvan getroffen maatregelen door de federale overheid heeft ook gevolgen voor Tax Shelter audiovisuele werken en Tax Shelter podiumkunsten.

    In deze omstandigheden werd voor de podiumkunsten beslist om de huidige termijn voor het verrichten van uitgaven van 24 maanden te verlengen met 6 maanden.

    Voor de audiovisuele sector werd beslist om de huidige termijn van 18 maanden (24 maanden voor animatie) te verlengen met 6 maanden.

    Om te kunnen genieten van de maatregel, is het noodzakelijk dat de producent aantoont dat hij rechtstreekse schade heeft ondervonden als gevolg van de door de overheid uitgevaardigde maatregelen in verband met de strijd tegen het coronavirus.

  • Problematiek van dienstverrichters, die geen Belgisch fiscaal inwoner zijn, opgenomen op de Belgische payroll in het kader van Tax Shelter (05.06.2019)

    I. Inleiding

    De inschrijving op de Belgische payroll van de dienstverrichter, die geen Belgisch fiscaal inwoner is, is niet relevant om te beoordelen of de uitgave m.b.t. de prestatie in aanmerking komt als Belgische uitgave volgens art. 194ter, § 1, eerste lid, 7° WIB 92.

    Het zijn immers de Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting die bepalen of België al dan niet bevoegd is voor belastingheffing op de prestaties van een niet-inwoner, of het nu gaat om een artiest, technisch personeel of ander.

    Een prestatie op Belgische bodem is een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde opdat de prestatie zou mogen belast worden in België.

    Prestaties buiten België door dienstverrichters, die geen Belgisch fiscaal inwoner zijn, zelfs indien opgenomen op de Belgische payroll, komen dus de facto niet in aanmerking als Belgische uitgave voor Tax Shelter.  

    II. Komen de beroepsinkomsten van een acteur, die geen Belgisch fiscaal inwoner is, opgenomen op de Belgische payroll, in aanmerking als Belgische uitgave ?

    A. Art. 194ter WIB 92

    In het nieuw Tax Shelter systeem, van toepassing vanaf 01/01/2015, stelt art. 194ter WIB 92 voortaan als voorwaarde de belastbaarheid van de beroepsinkomsten onder het gewone stelsel van aanslag.

    M.b.t. de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan stelt art. 194ter, §1, eerste lid, 7° WIB 92 het volgende:

    “ de in België gedane uitgaven die betrekking hebben op de productie en exploitatie van een in aanmerking komend werk en waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting, of in de belasting van niet-inwoners aan het gewoon stelsel van aanslag, met uitzondering van de uitgaven vermeld in artikel 57, die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10 °, van de in artikel 53, 24°, vermelde uitgaven of voordelen, alsmede van alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.”

    De memorie van toelichting bij de wet zegt over de notie ‘gewoon stelsel van aanslag’ het volgende :

    “ Waar de wettekst hier verwijst naar het gewone stelsel van aanslag, is dit bedoeld om bijzondere stelsels te weren die reeds in fiscale voordelen voorzien, zoals bijvoorbeeld het stelsel dat betrekking heeft op kunstenaars niet-inwoners, waarvoor de inhouding van 18 % bedrijfsvoorheffing de enige belasting op hun inkomen is. De uitgaven die dienen voor het betalen van deze kunstenaars komen niet in aanmerking als kosten die in België werden gedaan en hebben dus geen impact op de verhouding van 70 % van de Belgische uitgaven die rechtstreeks verbonden moeten zijn met de productie en 30 % van de Belgische uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie.”

    B. Buitenlandse artiesten

    Voor zover nodig wordt in de circulaire nr. Ci.R.9.Div./546.156 van 01.02.2002 er aan herinnerd “dat de voorheffing van 18 % in principe wordt toegepast op het brutobedrag van de inkomsten in kwestie. Rekening houdend met het vluchtig karakter van de    belastbare materie in het onderhavige geval – karakter inherent aan de tijdelijke en vaak kortstondige aard van de artistieke evenementen, oorsprong van de belasting – heeft de   wetgever gekozen voor een matige bevrijdende inhouding, toegepast op een brutobedrag in plaats van een zwaardere taxatie op een netto-inkomen, a posteriori gebaseerd op een nog te verifiëren aangifte. De keuze is bijgevolg gevallen op een eenvormig belastingpercentage, dat werd bepaald rekening houdend met de uitgaven die over het    algemeen gemaakt worden door professionele podiumkunstenaars of door ondernemingen gespecialiseerd in de productie van vertoningen.”

    De circulaire definieert een Podiumkunstenaar als volgt : “Elke persoon, die alleen of in groep, deelneemt aan voorstellingen, vertoningen, vertolkingen van artistieke werken of er hoofdzakelijk, met een winstgevend doel, zijn talenten aan wijdt om het publiek te vermaken. Zijn in het bijzonder als ‘podiumkunstenaars’ te beschouwen : toneelspelers en acteurs, muzikanten, zangers, dansers, imitators, circusartiesten en presentatoren of animatoren van vermakelijkheden. Zijn daarentegen niet als ‘podiumkunstenaars’ te beschouwen : theater- en filmregisseurs, choreografen, decorbouwers, scenarioschrijvers en componisten, mannequins, journalisten belast met het presenteren van televisiejournaals of radiouitzendingen, enz.”

    C. Conclusie

    Indien de Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting de heffingsbevoegdheid voor inkomsten van artiesten, niet-inwoners toekennen aan België, is het verplicht om de bevrijdende bedrijfsvoorheffing van 18 % toe te passen. De Belgische werkgever mag niet op eigen initiatief een ander bedrag aan bedrijfsvoorheffing inhouden , zelfs niet op expliciete vraag van de artiest.  De geest van de wet wordt immers niet gerespecteerd indien dit gedaan wordt met de loutere bedoeling een uitgave in aanmerking te laten komen voor tax shelter terwijl ze oorspronkelijk niet aanmerking komt.

    In principe kan de uitgave dus niet in aanmerking komen als Belgische uitgave.

    Indien de inkomsten evenwel a posteriori geregulariseerd worden in de belasting niet-inwoners, zouden de inkomsten in aanmerking kunnen komen als Belgische uitgaven.

    Opgelet : de artiest kan nooit verplicht worden zich te regulariseren. De bedrijfsvoorheffing van 18 % is immers bevrijdend en is voor hem de eindbelasting.

    III. Komen de beroepsinkomsten van een dienstverrichter (andere dan podiumkunstenaars), die geen Belgisch fiscaal inwoner is, opgenomen op de Belgische payroll, in aanmerking als Belgische uitgave ?

    Volgens de door België afgesloten overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting zijn de inkomsten slechts belastbaar in de overeenkomstsluitende Staat op wiens grondgebied de activiteit wordt uitgeoefend.

    Indien de opnames slechts gedeeltelijk in België plaatsvinden of de prestaties slechts gedeeltelijk in België worden geleverd, zullen enkel die dagen eventueel in aanmerking komen en niet de gepresteerde dagen in het buitenland.

    Voor niet-inwoners die niet gedurende het volledige belastbare tijdperk in België een tehuis hebben behouden moet in dat geval de bedrijfsvoorheffing berekend worden volgens schaal III. Deze schaal houdt geen rekening met de persoonlijke of familiale toestand van de betrokkene, zodat daarvoor geen enkele vermindering wordt toegekend bij de inhouding van de bedrijfsvoorheffing.

    De inkomsten moeten in principe geregulariseerd worden via een aangifte in de belasting niet-inwoners. Onder die voorwaarden zullen de inkomsten in aanmerking komen als Belgische uitgaven zoals bedoeld in art. 194ter, § 1, alinea 1, 7 ° WIB 92.  

  • Bestedingslijst (09.02.2018)

  • Synchronisatierechten (clearance) (05.07.2017)

    12,5 % van de factuur van de Belgische uitgever zal aanvaard worden als in aanmerking komende uitgave. Dit standpunt wordt van toepassing op raamovereenkomsten ondertekend vanaf 01.09.2017.

  • In aanmerking komend gedeelte van het bijkomend rendement (05.07.2017)

    Voor de periode verstreken tussen de datum van de storting en de datum van het TS attest, maar met een maximum van 18 maanden, mag de productievennootschap een bijkomend rendement toekennen.

    De maximale periode van 18 maanden waarop het bijkomend rendement betrekking heeft kan verschillen van de termijn van 18 maanden waarin de in aanmerking komende uitgaven moeten worden gedaan. Wanneer de betaling van dit rendement gebeurt op de vervaldatum, na de periode van 18 maanden, kan deze uitgave niet meer beschouwd worden als een in aanmerking komende uitgave. Om een deel van dit rendement te kunnen integreren in de in aanmerking komende uitgaven is het toegestaan :

    • om betalingen te doen volgens termijn (bvb. 3, 6, 9, 12 en 15 maanden);
    • om het rendement in één keer te betalen na het verstrijken van de 18 maanden waarbij het in aanmerking komend bedrag bepaald wordt volgens de in aanmerking komende periode, op voorwaarde dat er een boeking gebeurd is die het bedrag toewijst aan de in aanmerking komende periode (Financiële kosten 65 aan Toe te rekenen kosten 49).

    Voorbeeld:

    • Datum raamovereenkomst: 30.12.2015
    • Datum storting: 01.03.2016
    • Datum TS attest: 30.12.2017
    • Betaling van het bijkomend rendement: 30.07.2017
    • In aanmerking komend gedeelte (tussen 01.03.2016 en 30.06.2017) = 16/18 van het betaald bedrag op voorwaarde van de boeking binnen de termijn van 18 maanden