Op 8 mei 2018 besloten de VS eenzijdig de extraterritoriale sancties tegen Iran opnieuw in te stellen en zich tegelijkertijd terug te trekken uit het gezamenlijk alomvattend actieplan (Joint Comprehensive Plan of Action of JCPOA), dat in 2015 was ondertekend enerzijds door Iran en anderzijds door China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, de VS en de Europese Unie. De opheffing van bepaalde sancties tegen Iran is een essentieel onderdeel van deze overeenkomst.
Het opnieuw instellen van extraterritoriale sancties door de VS kan gevolgen hebben voor EU-marktdeelnemers die op legale wijze internationale handelsverrichtingen met Iran uitvoeren. Daarom heeft de Europese Commissie besloten de oude Verordening (EG) nr. 2271/96 tot bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen (de zogenaamde ‘blokkeringsverordening’ of ‘blocking statute’) opnieuw in werking te stellen om Europese ondernemingen bescherming te bieden.
Op 17 april 2019 hebben de VS een einde gemaakt aan de opschorting van titel III van de wet-Helms-Burton van 1996 (ook bekend als de Cuban Liberty and Democratic Solidarity (Libertad) Act), waardoor Europese vennootschappen en personen die in de Verenigde Staten wonen, kunnen worden vervolgd voor inbreuken die betrekking hebben op Cuba sinds de revolutie van 1959. De toepassing van dit deel van de wet is tot nu toe opgeschort bij besluit van de Amerikaanse president.
Op grond van Verordening (EG) nr. 2271/96 mogen EU-ondernemingen geen gevolg geven aan de extraterritoriale werking van sancties die door derde landen worden opgelegd (in casu sancties die door de VS werden opgelegd tegen Iran en Cuba) en hebben ze het recht als gevolg van deze sancties om via een EU-rechtbank een schadevergoeding te eisen van de persoon die de schade heeft veroorzaakt. De op deze sancties gebaseerde uitspraken van buitenlandse rechtbanken worden onuitvoerbaar verklaard wat de toepassing ervan in de EU betreft.
Toepassing in België
Titel VII (art. 230 tot en met 234) van de wet van 2 mei 2019 houdende diverse financiële bepalingen voert een aantal bepalingen in die een vlotte uitvoering van Verordening (EG) nr. 2271/96 in België mogelijk maakt:
De Algemene Administratie van de Thesaurie (FOD Financiën) en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie zijn de bevoegde autoriteiten om toe te zien op de naleving van de verplichtingen van Verordening (EG) nr. 2271/96. De FOD Buitenlandse Zaken wordt aangewezen als bevoegde autoriteit voor het verstrekken aan de Europese Commissie van informatie die relevant is voor de toepassing van de verordening. De beslissing om een uitzondering toe te staan kan alleen door de Europese Commissie zelf worden genomen (art. 230).
nuttige informatieDe website van de Europese Commissie bevat nuttige informatie over de blocking statute. De FAQ’s van de Europese Commissie over de blokkeringsverordening zijn bijzonder interessant. Andere informatie: |
Hulp nodig?
wij staan tot uw dienst!
Hebt u een vraag over financiële sancties?
U kunt via het e-mailadres quesfinvragen.tf@minfin.fed.be contact opnemen met de Thesaurie om informatie te verstrekken of vragen te stellen.