Wat staat er over financiële sancties in de anti-witwaswet?
In artikel 8 van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (“de AML-wet”) staat dat de onderworpen entiteiten doeltreffende gedragslijnen, procedures en interne controlemaatregelen moeten ontwikkelen en toepassen om te voldoen aan de bindende bepalingen betreffende financiële embargo’s.
Wat betekent dit precies?
Dit betekent dat alle onderworpen entiteiten verplicht zijn om een toezichtsysteem te ontwikkelen dat het mogelijk maakt om de financiële sancties na te leven.
Concreet wordt verwacht dat de onderworpen entiteiten, evenredig met hun aard en omvang, onder meer:
- gedragslijnen, procedures en interne controlemaatregelen ontwikkelen.
Het gaat hierbij over het uitwerken van risicobeheermodellen, de cliëntacceptatie, de waakzaamheid ten aanzien van de cliënten en de verrichtingen, de melding van verdachte transacties, de bewaring van documenten en stukken, de interne controle, fit en proper maatregelen bij de aanwerving van personeelsleden,…
- hun personeelsleden en agenten of distributeurs sensibiliseren over de financiële sancties en de maatregelen die werden ontwikkeld om de financiële sancties na te leven.
Wie zijn de onderworpen entiteiten?
De verplichting om een toezichtsysteem te ontwikkelen geldt niet voor iedereen, maar enkel voor de entiteiten die onderworpen zijn aan de AML-wetgeving en die zijn opgesomd in artikel 5 van de AML-wet. Het betreft in eerste instantie financiële instellingen, zoals banken, verzekeraars en beursvennootschappen, maar daarnaast is de AML-wetgeving ook van toepassing een aantal niet-financiële beroepen, zoals notarissen, advocaten, vastgoedmakelaars, handelaren in diamant, boekhouders,….
Op welke financiële sancties is deze verplichting van toepassing?
De AML-wet heeft hoofdzakelijk tot doel het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en proliferatie van massavernietigingswapens te voorkomen. De verplichting in de AML-wet om een toezichtsysteem te ontwikkelen is bijgevolg enkel van toepassing op de financiële sancties die worden opgelegd in het kader van sanctieregimes gericht tegen terrorisme (vb. de nationale lijst, sanctieregime tegen IS/Al Qaida,…) of de proliferatie van massavernietigingswapens (vb. het sanctieregime opgelegd ten aanzien van Noord-Korea).
Het spreekt evenwel voor zich dat een toezichtsysteem dat werd ontwikkeld om de financiële sancties in het kader van de strijd tegen terrorisme of de proliferatie van massavernietigingswapens na te leven, ook kan worden gebruikt voor de naleving van financiële sancties die in het kader van andere sanctieregimes werden opgelegd.
Wie controleert de naleving van deze verplichting?
De naleving van de verplichting om een toezichtsysteem voor de financiële sancties te ontwikkelen en toe te passen, wordt gecontroleerd door de toezichtautoriteiten die het AML-toezicht uitoefenen op de onderworpen entiteiten. Artikel 85 van de AML-wetgeving somt op wie de toezichtautoriteit is voor welke onderworpen entiteiten.
Naast het toezicht dat de toezichtautoriteiten uitoefenen, is de Thesaurie is bevoegd om inbreuken tegen de financiële sancties zelf op te sporen en vast te stellen.
Wat is het verschil met de verhoogde waakzaamheidsmaatregelen ten aanzien van landen met een hoog risico?
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de verplichting voor onderworpen entiteiten om:
- een toezichtsysteem te ontwikkelen dat het mogelijk maakt de financiële sancties na te leven
- verhoogde waakzaamheidsmaatregelen te nemen ten aanzien van landen met een hoog risico
Hoewel ze allebei in de AML-wet staan en sommige landen door beide maatregelen worden geviseerd, gaat het om heel verschillende verplichtingen:
- De verplichting om een toezichtsysteem te ontwikkelen dat het mogelijk maakt de financiële sancties na te leven (art. 8 AML-wet) beoogt voornamelijk de ontwikkeling van het systeem zelf en is vooral gericht op personen en entiteiten die betrokken zijn bij de financiering van terrorisme of de proliferatie van massavernietigingswapens.
- De verplichting om verhoogde waakzaamheidsmaatregelen te nemen ten aanzien van landen met een hoog risico (art. 7 AML-wet) beoogt het aan de dag leggen van verscherpte waakzaamheid ten aanzien van zakelijke relaties en transacties met natuurlijke personen, juridische entiteiten en financiële instellingen die gevestigd zijn in landen die door de FATF of de EU worden geïdentificeerd als landen met strategische tekortkomingen op het vlak van de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of proliferatie van massavernietigingswapen. Meer informatie over deze verplichting vindt u op deze webpagina van de FOD Financiën.
Los hiervan worden de landen waarvoor sancties, embargo’s of soortgelijke maatregelen gelden die bijvoorbeeld door de Europese Unie of de Verenigde Naties zijn uitgevaardigd, door de AML-wet wel aangewezen als een indicatieve geografische factor die een potentieel hoger risico vertegenwoordigt en waarmee rekening moet worden gehouden bij de risicobeoordeling die onderworpen entiteiten moeten uitvoeren in het kaden van hun op risico gebaseerde waakzaamheidsverplichtingen.
Nuttige informatie
- Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (1)
- Website van de Nationale Bank van België met toelichting bij de verplichting om een toezichtsysteem te ontwikkelen dat het mogelijk maken de financiële sancties na te leven (art. 8 AML-wet)
- Website van de FOD Financiën met toelichting bij de verplichting om verhoogde waakzaamheidsmaatregelen te nemen ten aanzien van landen met een hoog risico (art. 7 AML-wet)