Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Roerend inkomen

Roerend inkomen

  • Wat is een roerend inkomen?

    Roerende inkomsten zijn inkomsten afkomstig uit bankrekeningen, leningen, obligaties, aandelen, aandelen van instellingen voor collectieve beleggingen of bepaalde levensverzekeringen. Dat kunnen interesten, dividenden, royalty’s, lijfrente of tijdelijke renten en inkomsten uit auteursrechten, naburige rechten en licenties zijn.

  • Welke roerende inkomsten moet ik aangeven?

    Voor de meeste roerende inkomsten (dividenden, interesten uit kasbons, gelddeposito's, obligaties…) houdt het organisme die ze betaalt (bv. uw bank) op het moment van betaling al een roerende voorheffing in die ze meteen aan de staat doorstort. Die roerende voorheffing geldt dan meestal als de definitieve belasting. U moet de roerende inkomsten dus niet meer in uw belastingaangifte vermelden.

    De eerste schijf, per persoon, van 980 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022 + aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) aan intresten van een gereglementeerd spaarboekje en intresten van de eerste schijf van 15.630 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022 + aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) aan intresten op bepaalde leningen afgesloten via een crowdfunding platform met kleine startende vennootschappen zijn vrijgesteld van belasting. Ook de eerste schijf, per persoon, van 800 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022 + aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) van gewone dividenden (met uitzondering van bepaalde dividenden, waaronder dividenden van instellingen voor collectieve belegging of ontvangen via een gemeenschappelijke beleggingsfonds) is vrijgesteld.

    Sommige roerende inkomsten moet u wel altijd aangeven in uw belastingaangifte:

    • inkomsten van buitenlandse oorsprong, direct geïnd in het buitenland (behalve als het gaat om vrijgestelde dividenden)
    • intresten van gereglementeerde spaarboekjes boven de 980 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022 + aanslagjaar 2024, inkomsten 2023)
    • interesten op het niet-vrijgestelde deel van leningen uitgereikt aan kleine, beginnende ondernemingen
    • inkomsten uit auteursrechten, naburige rechten en licenties
    • andere inkomsten die niet werden onderworpen aan de roerende voorheffing (bv. de inkomsten uit hypothecaire schuldvorderingen op onroerende goederen die zich in België bevinden, inkomsten uit de huur of concessie van roerende goederen, lijfrentes)
  • Hoe geef ik een roerend inkomen aan in de belastingaangifte?

    Roerende inkomsten moet u aangeven in vak VII van uw belastingaangifte.

    Opgelet! U bent niet verplicht om de inkomsten waarop al roerende voorheffing is ingehouden aan te geven, behalve de vrijgestelde dividenden waarvoor u de belastingvrijstelling wilt aanvragen.

    Als u een heel laag inkomen heeft, kan het wel interessant zijn om de roerende inkomsten aan te geven omdat u dan mogelijk een deel van de roerende voorheffing kunt terugkrijgen.

  • Kan ik bepaalde lasten aftrekken van mijn roerend inkomen?

    Neen, behalve op de inkomsten van auteursrechten en royalty's uit de verhuur of concessie van roerende goederen. Voor de andere inkomsten moet u dus het bedrag aangeven dat u ontving vermeerderd met de eventuele roerende voorheffing en de bankkosten.

  • Hoeveel roerende voorheffing wordt er afgehouden?

    Op de meeste roerende inkomsten moet een roerende voorheffing van 30% ingehouden worden.

    Voor enkele uitzonderingen is er een lager tarief. Het betreft hier vooral:

    • rente op gereglementeerde spaarboekjes boven 980 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022 + aanslagjaar 2024, inkomsten 2023): 15%
    • inkomsten uit auteursrechten: 15% voor de eerste schijf van 64.070 euro bruto inkomsten (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022). (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 70.220 euros).
    • dividenden van aandelen van bepaalde KMO’s: 20% of 15%