Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Andere

Als u één of meer personen ten laste hebt, krijgt u een belastingvoordeel, namelijk een verhoging van uw belastingvrij minimum. Dat betekent dat een groter deel van uw inkomen niet belast wordt en dat uw verschuldigde belasting dus verlaagt. Het is dan ook belangrijk te weten welke personen je op fiscaal vlak als ten laste kunt beschouwen.

Personen ten laste

  • Welke andere personen dan mijn kinderen mag ik ten laste nemen in mijn belastingaangifte?

    U kunt, wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, de volgende personen ten laste nemen: 

    • uw ascendenten (ouders, grootouders)
    • uw (half)broers en (half)zussen
    • de personen die u ten laste hadden toen u kind was
      Bijvoorbeeld een tante die u, na het overlijden van uw ouders, tijdens uw jeugd ten laste heeft genomen.

    Opgelet! Personen die niet in deze lijst voorkomen, kunnen in geen geval als fiscaal ten laste worden beschouwd. Uw echtgenoot, de persoon waarmee u wettelijk samenwoont of met wie u een feitelijk gezin vormt, kan bijgevolg nooit als ten laste beschouwd worden.

  • Wat zijn de voorwaarden om ten laste te kunnen zijn?

    Om ten laste te kunnen zijn voor aanslagjaar 2024, inkomsten 2023, moeten de personen die hiervoor in aanmerking komen, voldoen aan de volgende voorwaarden:  

    1. Zij moeten deel uitmaken van uw gezin op 1 januari 2024. 
      Dat betekent dat u werkelijk aan het hoofd staat van het gezin en dat de persoon die u ten laste wilt nemen daadwerkelijk en op duurzame wijze met u samenwoont.

      Opgelet! Als die persoon tijdelijk de gezinswoning heeft verlaten, bijvoorbeeld voor gezondheidsredenen, wordt die normaal gezien nog steeds beschouwd als deel van het gezin.
      Personen die in 2023 overleden zijn, worden geacht nog steeds deel uit te maken van het gezin op 1 januari 2024 op voorwaarde dat zij reeds ten laste waren voor het voorgaande aanslagjaar (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022).
       
    2. Hun nettobestaansmiddelen mogen 3.820 euro (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) niet overschrijden (aanslagjaar 2025, inkomsten 2024: 3.980 euro).
       
    3. Zij mogen geen bezoldigingen ontvangen die voor u beroepskosten zijn.
       
    4. Zij mogen als student-zelfstandige geen bezoldigingen van bedrijfsleiders hebben verkregen:
      • die beroepskosten vormen van een vennootschap waarvan u rechtstreeks of onrechtstreeks bedrijfsleider bent en waarover u controle uitoefent, en
      • die bruto meer dan 2.000 euro bedragen en meer dan de helft van zijn belastbare inkomsten vormen (zonder rekening te houden met zijn eventuele onderhoudsuitkeringen).
  • Hoeveel bedraagt het fiscaal voordeel?

    Het bedrag van de belastingvrije som verschilt naargelang het gaat om:

    • Ouders, grootouders, overgrootouders, broers en zussen van 65 jaar of ouder met een verminderde zelfredzaamheid van ten minste 9 punten (men spreekt dan van zorgbehoevende personen): 5.540 euro per persoon (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) (5.770 euro voor aanslagjaar 2025, inkomsten 2024).

      Opgelet! Indien deze zorgbehoevende persoon een zware handicap heeft en voor aanslagjaar 2021 fiscaal bij u ten laste was in de hoedanigheid van ouder, grootouder, overgrootouder, broer of zus van 65 jaar of ouder, is de overgangsregeling tot en met aanslagjaar 2025 van toepassing. U duidt dit aan in de aangifte. De belastingvrije som bedraagt 7.400 euro (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) (7.700 euro voor aanslagjaar 2025, inkomsten 2024). Deze overgangsregeling is van toepassing tot en met aanslagjaar 2025 als de toeslag op de belastingvrije som die kan worden toegekend, hoger is.

      Voor de berekening van de netto bestaansmiddelen, moet u geen rekening houden met de in 2022 toegekende pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen tot een bedrag van 30.800 euro (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) (32.040 euro voor aanslagjaar 2025, inkomsten 2024).

    • Overgangsregeling tot en met aanslagjaar 2025. Ouders, grootouders, overgrootouders, broers en zussen van 65 jaar of ouder zonder verminderde zelfredzaamheid van ten minste 9 punten maar die voor aanslagjaar 2021 al fiscaal bij u ten laste waren in de hoedanigheid van ouder, grootouder, overgrootouder, broer of zus van 65 jaar of ouder: 3.700 euro per persoon (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) (3.850 euro voor aanslagjaar 2025, inkomsten 2024).

      Personen met een fiscaal zware handicap tellen dubbel. Voor de berekening van de netto bestaansmiddelen, moet u geen rekening houden met de in 2023 toegekende pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen tot een bedrag van 30.800 euro (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) (32.040 euro voor aanslagjaar 2025, inkomsten 2024). Deze overgangsregeling geldt tot en met aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024).

    • Ieder ander persoon ten laste. Overige ouders, grootouders, overgrootouders, broers en zussen en personen die u als kind ten laste hadden: 1.850 euro (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) (1.920 euro voor aanslagjaar 2025, inkomsten 2024).

      Personen met een fiscaal zware handicap tellen dubbel. Om de netto bestaansmiddelen te bepalen, moet u het volledige bedrag van de pensioenen meetellen.

  • Mijn partner gaat niet werken. Kan ik die ten laste nemen?

    U kunt noch uw echtgeno(o)t(e), noch uw wettelijk samenwonende partner, noch de persoon waarmee u een feitelijk gezin vormt, ten laste nemen.

    Als u of uw echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner geen of weinig beroepsinkomsten heeft, dan geniet u echter wel automatisch van het 'huwelijksquotiënt'. Dat zorgt ervoor dat tijdens de berekening van de belasting een deel van de beroepsinkomsten van de partner met het grootste inkomen overgeheveld wordt naar de andere partner. Dat deel wordt dan aan een lager tarief belast en de verschuldigde belasting zal verlagen.

    Voorwaarden:

    • U moet een gezamenlijke aangifte indienen (personen die een feitelijk gezin vormen zijn dus niet bedoeld).
    • De beroepsinkomsten van de partner met het laagste beroepsinkomen moeten minder zijn dan 30 % van het totale beroepsinkomen van de beide partners samen.

    Het huwelijksquotiënt wordt dus toegevoegd aan de beroepsinkomsten van de partner met het laagste beroepsinkomen tot deze 30 % bereikt van het totale beroepsinkomen van de beide partners samen. Het huwelijksquotiënt bedraagt maximum 12.550 euro (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) (aanslagjaar 2025, inkomsten 2024: 13.050 euro).

    Er wordt echter geen huwelijksquotiënt toegerekend wanneer daardoor de verschuldigde belasting voor beide partners samen verhoogt.

  • Kan ik mijn moeder die ouder is dan 65 jaar en die een pensioen krijgt ten laste nemen?

    U kunt uw moeder, net zoals uw andere voorouders, broers of zussen, die 65 jaar zijn en een pensioen ontvangen, ten laste nemen als ze voldoen aan de voorwaarden vermeld in de vraag ‘Welke zijn de voorwaarden om ten laste te kunnen zijn?’.

    Het fiscaal voordeel en de manier waarop de nettobestaansmiddelen worden berekend, verschilt naargelang de categorie waarin uw moeder valt. Zie hiervoor het antwoord op de vraag ‘Hoeveel bedraagt het fiscaal voordeel?’.

  • Kan ik iemand die in 2023 overleden is ten laste nemen?

    Indien zij aan alle voorwaarde voldoen, worden personen overleden in 2023 die in het voorgaande aanslagjaar (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022) ten laste waren nog beschouwd als lid van het gezin op 1 januari 2024. Zij kunnen dus nog ten laste genomen worden.