Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Fiets

Fietsvergoeding

  • Wat verstaan we onder fiets?

    Onder het begrip ‘fiets’ verstaan we drie types:

    - Het rijwiel:
    Elk voertuig met 2 of meer wielen:
    • dat via pedalen of handgrepen met spierkracht wordt aangedreven
    • dat uitgerust is met een elektrische hulpmotor tot 250 W en geen ondersteuning meer biedt vanaf 25 km per uur (of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen)
    Volgende types vallen hieronder: klassieke fietsen, koersfietsen, mountainbikes, stadsfietsen, bakfietsen, aangepaste fietsen voor mindervaliden (3 wielen, aandrijving via handgrepen,...), plooibare fietsen, hybride fietsen, met of zonder elektrische aandrijving.

    Niet bedoeld zijn o.a.: steps, hoverboards, rolschaatsen, skateboards, monowheels, (elektrische) segways. Dit zijn gemotoriseerde of niet gemotoriseerde voortbewegingstoestellen.

    - Het gemotoriseerd rijwiel:
    Elk twee-, drie- of vierwielig voertuig met pedalen:
    • uitgerust met een elektrische hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 25 km per uur, met uitsluiting van de hierboven vermelde rijwielen.
    Het nominaal continu maximumvermogen van de elektrische motor bedraagt ten hoogste 1 kW.
     
    - De speed pedelec:
    Elk tweewielig voertuig met pedalen (met uitsluiting van de gemotoriseerde rijwielen):
    • met een elektrische hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 45 km per uur.
    Het nominaal continu maximumvermogen van de elektrische motor bedraagt ten hoogste 4 kW.

    Opmerkingen
    De gemotoriseerde rijwielen en speed pedelecs komen alleen in aanmerking voor de gunstige fiscale bepalingen als ze elektrisch worden aangedreven.

    De rijwielen, gemotoriseerde rijwielen of speed pedelecs kunnen uitgerust zijn met een garageknop (ook wel Walk Assist, Park Assist, vertrekhulp, parkeerhulp, enz. genoemd), waardoor ze beperkt autonoom kunnen bewegen, om bijvoorbeeld gemakkelijker een helling te kunnen opwandelen met de fiets aan de hand.

    De zogenaamde e-bike kan enkel in aanmerking komen omwille van de elektrische aandrijving als die kan worden opgenomen in één van de 3 categorieën (rijwiel, gemotoriseerd rijwiel of speed pedelec)*.

    *Er bestaat geen eenduidige definitie van een 'e-bike'. Het zijn fietsen waarbij een gashendel of -knop de elektrische motor aanstuurt en de bestuurder niet meer hoeft te trappen. Hij kan ook zelf fietsen zonder de motor aan te spreken.
  • Welke fiscale bepalingen bestaan er voor een fiets?

    Voor ecologische doeleinden hebben we verschillende maatregelen genomen om het gebruik van de fiets aan te moedigen.

    Bijvoorbeeld:

    • Als u van uw werkgever een fietsvergoeding ontvangt voor uw woon-werkverplaatsingen, kunt u die vergoeding vrijstellen van personenbelasting tot een bepaald maximumbedrag. 
      • Voor het aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023) kunt u de fietsvergoeding vrijstellen tot maximaal 0,27 euro per afgelegde kilometer.
      • Voor het aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) kunt u de fietsvergoeding vrijstellen tot maximaal 0,35 euro per afgelegde kilometer, en tot maximaal 3.500 euro per jaar.

      Let op! Vanaf het aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) is de fietsvergoeding enkel nog vrijgesteld als uw beroepskosten forfaitair berekend worden. Als u in uw belastingaangifte kiest voor de aftrek van werkelijke beroepskosten, hebt u vanaf het aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) dus geen recht meer op deze vrijstelling.

    • Als uw werkgever u een bedrijfsfiets ter beschikking stelt, beschouwen we dat niet als een voordeel van alle aard. U betaalt dus geen belasting op het voordeel dat u ontvangt. De voorwaarde hiervoor is wel dat u de fiets af en toe gebruikt voor de verplaatsingen tussen uw woonplaats en uw plaats van tewerkstelling.
    • Vanaf het aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) is de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets enkel nog vrijgesteld als uw beroepskosten forfaitair berekend worden. Als u in uw belastingaangifte kiest voor de aftrek van werkelijke beroepskosten, hebt u vanaf het aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) dus geen recht meer op deze vrijstelling.
    • Als u ervoor kiest om uw werkelijke beroepskosten te bewijzen, dan mag u de kost van uw woon-werkverplaatsingen met de fiets ramen op :
      • 0,27 euro per afgelegde kilometer voor aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023)
      • 0,35 euro per afgelegde kilometer voor aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024)

    U kunt meerdere van deze voordelen combineren:

    • Zo kunt u het vrijgestelde voordeel van een bedrijfsfiets combineren met de vrijgestelde fietsvergoeding.
    • Tot en met aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023) kunt u daarnaast ook nog eens uw werkelijke beroepskosten aangeven voor een bedrag van 0,27 euro per afgelegde kilometer voor uw woon-werkverplaatsingen gemaakt in 2023. Als u ervoor kiest om uw werkelijke kosten aan te geven, moet u uw fietsvergoeding opnemen in het totale bedrag van de werkelijke kosten.
    • Vanaf aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) is de combinatie met de werkelijke beroepskosten niet meer mogelijk. Vanaf dat aanslagjaar zijn de fietsvergoeding en de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets enkel nog vrijgesteld als uw beroepskosten forfaitair berekend worden. Als u in uw belastingaangifte kiest voor de aftrek van werkelijke beroepskosten, hebt u vanaf het aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) dus geen recht meer op deze vrijstellingen.
  • Wat is een fietsvergoeding?

    Een fietsvergoeding is een kilometervergoeding die u van uw werkgever ontvangt om de verplaatsingen tussen uw woonplaats en uw plaats van tewerkstelling geheel of gedeeltelijk met de fiets af te leggen.  Als u bijvoorbeeld een deel van het traject tussen uw woonplaats en uw plaats van tewerkstelling aflegt met de fiets en een deel met het openbaar vervoer (trein, bus of tram), kunt u voor het deel dat u met de fiets aflegde een fietsvergoeding krijgen.

    Voorbeeld:

    • U rijdt gedurende 220 werkdagen elke dag met de fiets van en naar uw werk. De afstand tussen uw woonplaats en uw werkplaats bedraagt 5 km. Heen en terug is dat dus 10 km. Uw werkgever geeft u een fietsvergoeding van 0,24 euro per kilometer. U ontvangt dus elk jaar 0,24 (euro) x 5 (km) x 2 (heen en terug) x 220 (werkdagen) = 528 euro.
    • U rijdt gedurende 220 werkdagen elke dag met de fiets van en naar uw werk. De afstand tussen uw woonplaats en uw werkplaats bedraagt 20 km. Heen en terug is dat dus 40 km. Uw werkgever geeft u een fietsvergoeding van 0,22 euro per kilometer. U ontvangt dus elk jaar 0,22 (euro) x 20 (km) x 2 (heen en terug) x 220 (werkdagen) = 1.936 euro.

    De bedoeling van de fietsvergoeding is om meer werknemers aan te sporen hun fiets te nemen en om de gebruikskosten van de fiets te dekken.

  • Voor welke types fietsen heb je recht op een vrijgestelde fietsvergoeding?

    De toekenning van een fietsvergoeding is niet gelinkt aan het type fiets (het maakt niet uit of het gaat om een racefiets, hybride fiets, elektrische fiets, mountainbike…). De enige voorwaarde om een vrijgestelde fietsvergoeding te ontvangen, is het effectieve gebruik ervan voor woon-werkverplaatsingen.

    Het is dus van geen belang of u uw eigen fiets gebruikt of een fiets die u ter beschikking wordt gesteld door uw werkgever.

  • Hoe wordt mijn fietsvergoeding belast?

    Tot en met aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023)

    We stellen de fietsvergoeding vrij van personenbelasting tot 0,27 euro per afgelegde kilometer voor aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023).

    Zolang het bedrag van de kilometervergoeding niet hoger is, moet u hier geen belasting op betalen. Als de werkgever een hogere kilometervergoeding toekent, is het restbedrag belastbaar als beroepsinkomsten.

    Voorbeeld:

    • Als uw werkgever u in 2023 een fietsvergoeding van 0,25 euro per kilometer geeft, is die vergoeding volledig vrijgesteld van belastingen.
    • Als uw werkgever u in 2023 een fietsvergoeding van 0,28 euro per kilometer geeft, zijn de eerste 0,27 euro per kilometer voor aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023) vrijgesteld van belastingen. De overige 0,01 euro per kilometer zijn in principe wel belastbaar (want ze worden beschouwd als een salaris). Uw werkgever zal dat deel van de fietsvergoeding vermelden op uw fiscale fiche.
       

    Vanaf aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024)

    Vanaf aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) maken we een onderscheid tussen werknemers en bedrijfsleiders die hun werkelijke beroepskosten bewijzen en zij die dat niet doen.

    • U trekt uw werkelijke beroepskosten af:
      In dat geval is uw fietsvergoeding gewoon belastbaar. U hebt geen recht op een vrijstelling.
    • U trekt geen werkelijke beroepskosten af (uw beroepskosten worden met andere woorden forfaitair berekend):
      In dat geval is uw fietsvergoeding vrijgesteld van personenbelasting tot:
      • 0,35 euro per afgelegde kilometer, en
      • 3.500 euro per jaar.

      Zolang het bedrag van de kilometervergoeding die twee grensbedragen niet overschrijdt, moet u hier geen belasting op betalen. Als de werkgever een hogere kilometervergoeding toekent, is het restbedrag belastbaar als beroepsinkomsten. Uw werkgever zal dat deel van de fietsvergoeding vermelden op uw fiscale fiche.

    Grensbedrag per afgelegde kilometer

    De fietsvergoeding is vrijgesteld tot 0,35 euro per afgelegde kilometer (aanslagjaar 2025, inkomsten 2024). Als de werkgever een hogere kilometervergoeding toekent, is het restbedrag belastbaar als beroepsinkomsten.

    Voorbeeld:

    • Als uw werkgever u in 2024 een fietsvergoeding van 0,25 euro per kilometer geeft, is die vergoeding volledig vrijgesteld van belastingen.
    • Als uw werkgever u in 2024 een fietsvergoeding van 0,36 euro per kilometer geeft, zijn de eerste 0,35 euro per kilometer voor aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) vrijgesteld van belastingen. De overige 0,01 euro per kilometer zijn in principe wel belastbaar (want ze worden beschouwd als een salaris).

    Grensbedrag per jaar

    De fietsvergoeding is vrijgesteld tot 3.500 euro per jaar. Als de werkgever een hogere kilometervergoeding toekent, is het restbedrag belastbaar als beroepsinkomsten.

    Als u van uw werkgever een fietsvergoeding van 0,35 euro per kilometer ontvangt, komt dit jaarlijkse plafond van 3.500 euro overeen met een maximale afstand van 10.000 km per jaar. Die afstand komt op zijn beurt overeen met bijvoorbeeld:

    • een woon-werktraject van 25 km (enkele afstand)
    • afgelegd gedurende 200 dagen per jaar
       

    Bewijsvoering

    De werkgever moet met zekerheid kunnen bepalen hoeveel verplaatsingen u effectief met de fiets hebt gedaan en welk deel van de vergoeding dus vrijgesteld is van belastingen.

    Om uw gebruik van de fiets te bewijzen, gelden de gewone bewijsmiddelen met uitzondering van de eed. Die bewijzen kunnen bestaan uit een ticket van een bewaakte fietsenstalling, een vermoeden, een getuigenis …

  • Mijn werkgever geeft alle personeelsleden dezelfde vergoeding voor verplaatsingskosten. Ik ga naar het werk met de fiets. Zal mijn vergoeding geheel of gedeeltelijk vrijgesteld worden van belastingen?

    Neen, de fietsvergoeding wordt enkel vrijgesteld van belastingen als zij specifiek en expliciet wordt toegekend voor het gebruik van de fiets voor de woon-werkverplaatsingen. Ze moet dus berekend zijn op de effectief afgelegde trajecten. Een forfaitaire vergoeding kan nooit beschouwd worden als een fietsvergoeding die vrijgesteld is van belastingen. De forfaitaire vergoeding kan echter worden vrijgesteld tot een maximum bedrag van 430 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022). 

  • Ik gebruik de fiets alleen tijdens de zomer om naar mijn werk te gaan. Tijdens de winter neem ik de bus. Welke fietsvergoeding kan ik krijgen?

    Voor de afgelegde kilometers tijdens de zomer heeft u in principe recht op een fietsvergoeding vrijgesteld van belasting. Tijdens de winter neemt u de bus en ontvangt u natuurlijk geen vrijgestelde fietsvergoeding. De vergoeding die u ontvangt voor uw busabonnement zal echter ook geheel vrijgesteld zijn van belasting (openbaar vervoer) als alle voorwaarden vervuld zijn.

  • Ik gebruik mijn fiets om naar het treinstation te rijden. Vervolgens neem ik de trein tot aan een ander station waar ik met mijn andere (gestalde) fiets naar mijn werk rijd. Op welke vergoeding heb ik recht?

    U kunt een vergoeding krijgen, zowel voor het gedeelte tussen uw huis en het station als tussen het station en uw werkplaats. De vergoeding die u ontvangt voor uw treinabonnement zal geheel vrijgesteld zijn van belasting (openbaar vervoer) als alle voorwaarden vervuld zijn.

  • Hoe vermeld ik mijn fietsvergoeding in mijn belastingaangifte?

    Tot en met aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023)

    Als u een fietsvergoeding ontvangt van maximaal 0,27 euro per afgelegde kilometer voor aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023), moet u die niet aangeven in uw belastingaangifte. Ontvangt u een hogere vergoeding, dan zult u het restbedrag moeten aangeven. We zullen dat restbedrag belasten als een gewoon loon.

    Opgelet!
    Als uw werkgever uw vrijgestelde fietsvergoeding op uw loonfiche 281.10 ingevuld heeft in punt 14, c (‘Bijdrage in de reiskosten - Ander vervoermiddel’) dan moet u hem vragen dat te verbeteren. Anders zult u belast worden op dat bedrag.

  • Is de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets door de werkgever belastbaar?

    • U gebruikt de fiets voor verplaatsingen tussen uw woonplaats en plaats van tewerkstelling
      Dit voordeel is vrijgesteld van belasting. U mag de fiets dan ook gebruiken voor andere verplaatsingen.
       
    • U gebruikt de fiets niet voor verplaatsingen tussen uw woonplaats en plaats van tewerkstelling
      Dit voordeel is belastbaar (er wordt rekening mee gehouden bij de berekening van uw belasting). Uw werkgever zal dit voordeel vermelden op uw loonfiche 281.10 of 281.20.
  • Welke types fietsen komen in aanmerking voor vrijstelling van belastingen voor de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets?

    Het kan gaan om alle soorten stadsfietsen of hybride fietsen (mix van een stadsfiets en mountainbike).

    De terbeschikkingstelling van een elektrische fiets, die beschouwd kan worden als een rijwiel, gemotoriseerd rijwiel of speed pedelec, komt in aanmerking voor de maatregel.

  • Kan mij een elektrische fiets terbeschikkinggesteld worden door mijn werkgever in het kader van een belastingvrije terbeschikkingsstelling van een bedrijfsfiets?

    Ja. Mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, komt ook een elektrische fiets in aanmerking.

  • Mijn werkgever stelt mij belastingvrij een bedrijfsfiets ter beschikking. Kan ik dat belastingvrije voordeel combineren met een vrijgestelde fietsvergoeding?

    Ja. U kunt de twee voordelen combineren voor eenzelfde verplaatsing.

  • Kan de vrijgestelde terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets gecombineerd worden met de vrijstelling 'ander vervoermiddel'? Zo ja, is deze voor verschillende delen van eenzelfde traject? Is de vrijstelling van toepassing voor eenzelfde traject of een deel ervan tijdens verschillende periodes van het jaar?

    Een traject kan bestaan uit meerdere verplaatsingen. Het begrip ‘traject’ is een geografische term terwijl het begrip ‘verplaatsing’ verwijst naar de handeling van het zich verplaatsen door middel van een specifiek vervoermiddel. Elke verplaatsing telt.

    Onder 'ander vervoermiddel' mag u alle woon-werkverplaatsingen verstaan, die niet met het openbaar vervoer of een door uw werkgever georganiseerd gemeenschappelijk vervoer gebeurden.

    Als een woon-werkverplaatsing deels met de fiets en deels met de auto wordt gedaan, moet u dit beschouwen als twee verschillende verplaatsingen. Elke verplaatsing kan aanleiding geven tot een vergoeding of een vrijstelling.

    Voor eenzelfde verplaatsing is de vrijstelling van de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets niet cumuleerbaar met de vrijstelling voor “ander vervoermiddel”. De vrijstelling is echter wel cumuleerbaar als het gaat over twee verschillende verplaatsingen.

  • Mag ik de werkelijke kosten aftrekken als ik een fiets gebruik voor mijn persoonlijke woon-werkverplaatsingen?

    Ja. U kunt de werkelijke kosten aftrekken van uw belastbaar inkomen.

    Als u de verplaatsingen tussen uw woonplaats en uw werkplaats met de fiets aflegt, kunt u uw werkelijke kosten bewijzen op twee manieren:

    1. U kunt kiezen voor een forfaitair bedrag van 0,27 euro per afgelegde kilometer voor aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023) (Aanslagjaar 2025, inkomsten 2024: 0,35 euro).
      Hiervoor moet u enkel kunnen aantonen dat u werkelijk gebruik maakt van een fiets voor uw woon-werkverkeer. Andere bewijsstukken, zoals de aankoopfactuur of facturen van herstellingen aan de fiets, moet u niet kunnen voorleggen.
    2. U kunt ervoor kiezen de werkelijk gemaakte kosten in te brengen.
      Hiervoor moet u niet alleen kunnen aantonen dat u werkelijk gebruik maakt van een fiets voor uw woon-werkverkeer.  U moet ook de werkelijke kosten die u maakte kunnen aantonen. Nuttige bewijsstukken kunnen bijvoorbeeld zijn: de aankoopfactuur of facturen van herstellingen aan de fiets.

    Meestal is het voordeliger om te kiezen voor het forfaitair bedrag per afgelegde kilometer.